"no worries" in Shangri-La! - Reisverslag uit El Nido, Filipijnen van Peter en Karlijn - WaarBenJij.nu "no worries" in Shangri-La! - Reisverslag uit El Nido, Filipijnen van Peter en Karlijn - WaarBenJij.nu

"no worries" in Shangri-La!

Door: Peter

Blijf op de hoogte en volg Peter en Karlijn

27 Mei 2016 | Filipijnen, El Nido

Dag allemaal, tijd voor een volgend verslag !

De vorige keer eindigden we in Dalí. Daar is echter nog niet alles over gezegd....
We hebben daar vier nachten verbleven en zaten er prima! Leuk guesthouse, zoals gezegd en het oude stadje was, hoewel behoorlijk druk, erg de moeite waard. China zoals je je dat voorstelt, bijvoorbeeld als je "de blauwe lotus" van Kuifje hebt gelezen. Kleine, oude huisjes met sierlijke dakpannen daken. Her en der wel vernieuwbouwd, maar de oude bouwstijl is zorgvuldig bewaakt. Dat snappen die Chinezen (inmiddels) wel. Dat was tijdens de Culturele Revolutie wel anders.....
Heerlijk slenteren en kijken. Ook vooral naar de Chinese toeristen. Maar daarover meer als we in de paragraaf "Lijiang" belanden.
Samen met Kou een heeeeerlijk restaurant gevonden: the good panda. Dat stond overigens niet op het menu. Maar voor de zoveelste keer merkten we hoe heerlijk het Chinese eten kan zijn. Verrukkelijk rundvlees, varkensvlees....smullen.
De volgende dag probeerden we toch een ander eettentje, aan de overkant.
Weer met z'n drieën. Dit keer weer alleen aanwijzen. Alleen een Chinese menukaart. Iets met varkensvlees in rode spicy saus en geroerbakt varkensvlees. Jaja, zei Kou, pork! Is good!
Het geroerbakte vlees was angstaanjagend drillerig vet. Je voelde het glibberen tussen je tanden. Met harde, onduidelijke stukjes.....brrrrr....
Het varkensvlees in de rode saus, tsja, dat wás van een varken afkomstig. Het was namelijk varkensmaag.... Werkelijk, bij de geur alleen al brak het zweet me uit. Ik moest er bijna van kokhalzen. En oh ja, we hadden groenten besteld. Dat zag er uit en smaakte alsof de kok z'n neus er in had leeggesnoten. Moet ik nog meer vertellen?
De rijst. Ja, die was wel goed. Van dit soort avonden val je wel lekker af.
De eetlust was ons wel vergaan. We gingen een biertje drinken. Bij de "bad monkey". Leuk, al die dierennamen.. Een aparte donkere kroeg, door westerlingen gerund, met live-muziek, zoals in heel veel horeca-tenten, zo zou nog blijken de komende weken.
Voor de deur stond een zonderlinge man, met sluik, groezelig haar en een hoge hoed op met vleugeltjes er aan, om klanten te lokken. De man bleek in ons guesthouse te verblijven en was daar de hele dag aan het drinken en lezen. Vermoedelijk een Engelsman.
Toen Karlijn haar gin-tonic terugbracht omdat er bijna alleen tonic in zat, kwam deze man de barvrouw uitleggen wat Karlijn wilde: ietsiepietsie meer gin. En zelf proefde hij steeds of het goed ging. Toen hij zelf het glas drie keer half leeg had gedronken, zei hij dat het goed was. Vreemde tent....

En ja, ook nog een dagtrip gemaakt. Met drie Fransen in een minibus een tocht langs het meer, waar Dalí aan gelegen was. Een prachtig meer, gelegen tussen prachtige, groene bergen, dat moet gezegd.
Eerst stopten we, na een mooie rit dwars door landerijen waar mannen en vrouwen in groten getale aan het werk waren en waar naast rijst vele groenten werden verbouwd, in het plaatsje Xizhou. Eerst gingen we naar een drukke, lokale markt waar geen toerist te bekennen was en waar ze kennelijk ook niet veel toeristen zagen. Echt een beetje ruig, niet al te schoon, waar mannen met een peuk in hun mond achter grote hompen vlees zaten, niet gekoeld, op houten tafels. Levende vissen in bakjes met een klein beetje water, kooien vol kippen en ander gevleugeld leven, kippen die ter plekke werden gevild en ontleed, een hoop gekrioel. Dit was het dagelijkse leven oo het platteland. Verderop in het plaatsje waren een aantal eeuwenoude, grote familie-huizen bewaard gebleven. Dat moet je je zo voorstellen: een muur met een poort, omlijst door sierlijk houtsnijwerk, een grote binnenplaats met daar omheen schitterende houten gevels, waarachter complete families woonden (en nu ook nog wonen), meerdere generaties van een familie. Water komt uit een waterput, op de binnenplaats hangt maïs te drogen aan gespannen draden, werkelijk alsof de tijd heeft stilgestaan.
De rest van de tocht was niet heel bijzonder. Dat komt vooral omdat veel moois werd verpest door lelijke moderne bebouwing. Veel betonnen hotels, dat vinden die Chinezen kennelijk allemaal prachtig.
Een op zich hartstikke mooi gelegen oud stadje, aan een baai, met een klein eiland er voor. Maar zó duidelijk nieuw nagebouwd, maar puur voor de Chinese toeristen. Een soort Valkenburg, en alleen maar kitsch.
Af en toe was er een mooi uitzicht over het meer, weids en met die mooie bergen op de achtergrond. En onze chauffeur bleek maar één woord te kennen, welke hij ook steeds herhaalde: photo, photo!! Tot vervelens toe. Vaak op momenten dat wij totaal geen aanleiding zagen om een foto te nemen. Maar vooruit, zeker door het eerste deel toch een aardige dag.
De laatste avond was er een BBQ in het guesthouse, en dat was een feest. Schalen vol vlees, groenten, bijgerechten, en zeer smakelijk ook nog. En een groep westerse toeristen die met z'n negenen als eerste klaar zaten én als eerste in de rij stonden en werkelijk schandalig volle borden mee naar hun tafel namen. Het eten viel bijna van hun borden af. Gelukkig werd alles bijgevuld.

Het was weer tijd om te verplaatsen. Op naar Lijiang! Zo'n drie uur met de bus, een ritje van niks dus.... We merkten dat we steeds meer in de bergen zaten en de eerste besneeuwde toppen doemden al snel op. En natuurlijk pakten onze Chinese medereizigers meteen dolenthousiast hun mobieltje om een plaatje te schieten.
Aangekomen aldaar stond een zowaar engels sprekende taxi-chauffeur ons op te wachten en natuurlijk had hij tourtripjes in de aanbieding.
Het guesthouse waar we heengingen, Garden Inn, lag net buiten de "old city", tegen een heuvel. Onze kamer was op de tweede en hoogste etage. En wát een uitzicht.... In de verte zag je rondom glooiende, groene bergen en op de voorgrond een grote vlakte en daar lag Lijiang. Elke keer weer ander licht en in de ochtend zag je de nevel boven het dal hangen.
Het oude centrum was geheel in eeuwenoude stijl, maar grotendeels herbouwd of gerestaureerd. Maar allejezus.....wat een verschrikkelijke kermis. Alleen Chinese toeristen, hele hordes! En in elk huisje zat een winkeltje. En ook maar steeds weer dezelfde soorten. Tientallen winkels met trommels, nog gemaakt van plastic ook, waar dan een Chinees, truttig grietje totaal uit de maat op muziek zat mee te trommelen....vréselijk. Cadeau-winkels, ijswinkels, stikduur allemaal. Het was stomvervelend allemaal. Uit stil protest heb ik er ook niet één foto gemaakt. En die Chinese toeristen....los van het feit dat ze met zovelen zijn, is het soms ietwat irritant dat ze je constant voor de voeten lopen, werkelijk van elke onbenulligheid foto's maken en uitzonderlijk luidruchtig zijn. En dan al die meiden met die stomme plastic bloemetjes in hun haren.....alsof ze denken dat ze op een hippie-plek zitten.
De eerste avond eten....we zagen eindelijk een paar terrasjes, waar obers bijna vochten om je aandacht. Maar dúúr...!! Het enige goedkope was......een hamburger..... Nou, vooruit dan maar een keer. Eigenlijk een schande in een land met zulk lekker eten.
We waren ronduit chagrijnig. Nog wel erg gelachen om de zeer verhitte strijd die concurrerende obers om klanten uitvochten. Ze duwden elkaar weg, liepen met menukaarten driftig te zwaaien en potentiële klanten keken bijna angstig om zich heen, zoekend naar een vluchtroute.
Gelukkig vonden we daarna een heerlijk, normaal restaurantje waar ze fantastisch eten serveerden voor een schappelijke prijs. Een uitzondering daar.

En ja.....de "Tiger leaping gorge".....die móest en zou ik lopen...... Voor Karlijn was dit wat teveel, dus besloot ik om alleen te gaan ( uiteraard in overleg), samen met een groep mensen van het guesthouse. Een ware tour de force, een pièce de resistance... Een kloof van bijna 20 km, in de diepte stroomt, kolkt en bruist de Jīnshã rivier en aan beide kanten hoge, besneeuwde bergtoppen tot 3900 meter hoogte.... Een soms loodzware (ja, zeker als je bijna 50 bent, bijna 100 kilo weegt en niet echt in topconditie...) wandeltocht, beginnend met een klim langs 28 bochten, over smalle, soms steile paadjes, rotsblokken, mul zand, maar och, och....wát een uitzicht. Elke bocht bracht weer een nieuwe verrassing.
Om half acht vertrek per bus, 2,5 uur rijden en na 1,5 uur doemden de eerste bergen al op. Het was ook nog eens een wonderlijk mooie busrit. Langs een checkpoint, waar uiteraard weer toegang betaald moest worden en rond tien uur begonnen we, aan de "high trail". Eerst een stukje over smalle verharde wegen, maar meteen steil. Na een klein uur een korte stop, maar ik liep al te hijgen als een paard. Bloedheet, strakblauwe lucht. Dát wel.
En toen kwamen de bochten. Kolere, ik kon bijna wel janken van vermoeidheid af en toe. De groep van ruim tien man was uiteengevallen, het leek wel een zware alpenetappe uit de tour. Ik weet gelukkig dat ik hard voor mezelf kan zijn en dacht: al doe ik er de hele dag over, maar bovenkomen zal ik.
Maar ja, na het zuur komt het zoet. Toen ik eenmaal boven was, was ik zó blij....ik kon bijna wel weer janken. Van blijdschap. Ik keek om me heen...this must be heaven!! Wát een uitzicht... Dit moment zal ik nooit, nooit meer vergeten!
Ik haakte aan bij een klein groepje en over relatief vlakke paadjes liepen we vervolgens twee uur naar de lunchstop, Teahorse guesthouse. We liepen zo'n 1500 meter boven de rivier, de zon scheen op de bergwanden, we werden gepasseerd door oude mannetjes, in een soort blauw Mao-pak gekleed, vaak met een ezel, en we genoten. We genoten van de frisse lucht, het geluid van de rivier in de diepte, de natuur, de bergen, de zonnestralen die weerkaatsten op het rimpelende water in de verre diepte, het elke keer veranderende uitzicht.....en de voldoening.

Tijdens de lunch was ik zó moe dat ik bijna letterlijk sterretjes zag. We hebben ook vijf kwartier rust genomen. Heerlijk eten, spotgoedkoop, koud colaatje..... En daar vormden we met z'n zevenen een groepje, dat de komende anderhalve dag bijeen zou blijven. Een Chinese jongen die, namens het guesthouse, een foto- en filmreportage maakte, nog een Chinese toerist, en nog wat Europeanen. Een echt gezellig groepje, met leuke, verschillende types.
Na de lunch liepen we nog zo'n kleine twee uur en toen kwamen we bij het dorpje waar we zouden overnachten: Bēndiwán. We stapten binnen bij Halfway guesthouse. Originele naam, zo halverwege. Prachtig houten complex, drie gebouwen, een leuk binnenpleintje en aan de voorkant een magnifiek terras, recht tegenover de kloof en de bergen. Voldaan dronken we een koud biertje en aan de overkant zagen we de namiddagzon de besneeuwde bergtoppen in volle gloed beschijnen. De bergen zagen er zo machtig en bijna intimiderend uit...je kunt hier naar blijven kijken. En dat deden we ook.
Met z'n allen aten we die avond aan een grote, ronde tafel. We hadden een achttal overheerlijke gerechten besteld, genoeg om een weeshuis te voeden. Alles op, tot de laatste rijstkorrel. Nog een spelletje gedaan, lekker onbedaarlijk gelachen.
En vervolgens als een blok in diepe slaap gevallen...

De volgende ochtend voelde ik me, tegen alle verwachtingen in, behoorlijk fit! In de vroege ochtend, terwijl de prille zon de bergtoppen bescheen, zat ik heerlijk koffie te drinken op het terras en over het bergpad, waar wij die dag zouden gaan lopen, kwam een boer aanlopen met zo'n tiental ezels, met belletjes om hun nek.
Rond half negen begonnen we weer. Nu vooral dalen, en dwars door kleine watervalletjes lopen. Na een krappe twee uur kwamen we bij Tina's guesthouse. Een korte pauze en toen begonnen we aan het laatste deel: afdalen naar de rivier en daarna weer terug naar Tina's. De afdaling was heel steil, maar we waren inmiddels wat gewend. We liepen het laatste deel, terwijl we de rivier vlak onder ons zagen en luid hoorde stromen en kolken, over een pad dat was uitgehold uit de rots, heel bijzonder. Beneden heerlijk uitpuffen op een groot rotsblok terwijl we dwars door de kloof keken en van het wilde water vlak onder ons genoten. Veel fotogenieker krijg je het niet.
De tocht naar boven was wederom loodzwaar en heel steil soms. Om de zoveel meter waren er kleine uitrustplekken waar je drinken en eten kon kopen, en uitrusten.
Rond twee uur waren we terug bij Tina's en zat de complete tocht er op. Honger als een paard, dus uitgebreid geluncht. En geweldig voldaan. Dit zal ik me m'n leven lang herinneren.... Ik ging even later met de bus terug naar Lijiang, samen met de twee Chinezen en nam afscheid van de groep.
Zes uur 's avonds was ik weer terug. Doodmoe en Karlijn zwaaide me al tegemoet, terwijl het kleine steile paadje naar het guesthouse voelde als een loodzware klim in m'n benen....

Tijd om te verplaatsen. Tijd voor Shangri-La! Het door Gerard Joling op magistrale wijze bezongen Shangri-La, in het uiterste noorden van de provincie Yúnnán. Dit zou de mooiste bustocht in China blijken. Vijf uur met bus, maar vijf prachtige uren. We zaten in Lijiang al op bijna 2000 meter hoogte, maar nu werd het serieus: op naar de 3200 meter. Slingerende wegen door de bergen, de bossen en maar stijgen. Zwoegende en ronkende vrachtwagens haalden we in en zijdelings keek ik de gapende diepte in. Uiteindelijk kwamen we uit op een soort hoogvlakte. Het landschap was vlak, met in verte heuvels en bergtoppen begroeid met naaldbossen, afgewisseld met grote meren. En we zagen duidelijk dat we Tibet naderden.
Veel yaks grazend op de weidse vlaktes, de klederdrachten, de donkerder en meer spitse gezichten van de bevolking en de huizen: grote huizen met dikke, stenen muren aan de zijkanten en achterkant en aan de voorkant twee hele dikke houten palen die de voorgevel in drieën deelden en het dak en het balkon van de bovenetage ondersteunden, en schitterende houtsnijwerk in een verder geheel van hout gemaakte voorkant. Het vlakke landschap leek op een toendra, waar bijna niks groeide behalve her en der gras. Het soort landschap dat we eigenlijk niet eerder hadden gezien.

Het oude Shangri-La werd omringd door sfeerloos beton met ook hier weer die veel te brede wegen, waardoor ook hier weinig sfeer was.
Maar dan de oude binnenstad.... De net omschreven typische huizen voor deze regio, smalle straatjes, het voelde alsof je in Tibet liep. Maar helaas, in januari 2014 is 80% van het eeuwenoude centrum door brand verwoest. Het hout, waar de huizen grotendeels uit zijn opgebouwd, was door de ijzige kou gortdroog en het bluswater was bevroren... Echter men heeft in een sneltreinvaart het overgrote deel weer herbouwd en het moet gezegd, het nieuwe is amper van het oude deel te onderscheiden. Werkelijk schitterende panden. En nog niet zo belachelijk druk als Lijiang en Dalí.
Het was een stuk kouder dan Lijiang, en we konden het guesthouse niet vinden. Even bellen en we werden door de eigenaresse, een zeer vriendelijk lachende dame, opgehaald. Het bleek nog een stukkie lopen buiten het centrum en het guesthouse was, zeker met het bewolkte weer, wat sfeerloos. De kamer was spartaans en omdat het ook vrij fris was dachten we....mwoahhhh.
We bleven hier drie nachten en geleidelijk begonnen we onze draai wel te vinden. Het was allemaal even.....anders. Er was een gezellig eetcafe waar we 's avonds lekker zaten en waar het eten en bier goed smaakten.
Het guesthouse beviel ook steeds beter en de vrouw des huizes was werkelijk schattig en super-behulpzaam. Ze praatte zowaar behoorlijk Engels en bij alles wat je zei of vroeg antwoordde ze eerst met "no worries". Heel grappig. De kamer was wel ijskoud en spartaans, maar enfin, enige flexibiliteit is onontbeerlijk in China.

We gingen de eerste volle dag met chauffeur naar een ruim 4000 meter hoge berg. Nee, niet klimmen, met de kabelbaan. Dat duurde drie kwartier voordat je boven was. Maar een uitzicht.....adembenemend. In de diepte Shangri-La, aan de andere kant: de Himalaya! En dat is gewoon onbeschrijflijk. Hoe mooi de foto's ook zijn die je maakt, dit moet je in het echt zien. Wat kunnen bergen toch intimiderend, hallucinerend indrukwekkend zijn. Je voelt je zo nietig. Machtige bergtoppen, in de sneeuw, de stilte om ons heen... En we stonden in de sneeuw! En we hadden ook wat minder zuurstof. Het was stralend zonnig weer en totaal niet koud. We konden ons wel blijven vergapen aan dit natuurgeweld. Na een terugrit door schilderachtige, authentieke Tibetaans georiënteerde dorpjes waren we helemaal voldaan.
De tweede volle dag zijn we met dezelfde chauffeur naar een natuurgebied geweest, met een groot meer, Nàpà Haî, in een onmetelijke vlakte met grasland, tussen de bergen. Er graasden hele kuddes yaks, veel paarden, varkens, en rondom alleen maar weidsheid en stilte. Zoals eerder gezegd, een heel bijzonder landschap zoals we nooit eerder zagen.
's Middags naar een heel groot Tibetaans klooster, Ganden Sumtselin Gampa, net buiten Shangri-La. Ruim 300 jaar oud en er bidden en wonen ruim 600 monniken. Het is het grootste en belangrijkste klooster in Zuid-West China. En er wordt ook echt geleefd. Men zegt dat, als je niet naar Lhasa gaat (hoofdstad van Tibet met een gigantisch klooster), dit klooster het beste alternatief is.
Het is een enorm, bijzonder sfeervol complex, met tempelgebouwen met gigantische boeddhabeelden, grote bid- en gemeenschappelijke ruimtes, waar de monniken mantra's zingen en bijeenkomen. Het is eigenlijk net een stukje Tibet.

Die avond, onze laatste, zagen we op het centrale plein in de oude stad weer, net als in Kunming, hoe een grote groep Chinezen op muziek in een grote kring stond te dansen. Het was zo vrolijk en aanstekelijk dat we, tot enthousiasme en hilariteit van de omstanders, lekker besloten mee te doen. Een beetje uit de maat, maar dat mocht de pret niet drukken. Heerlijk!

Tijd om te vertrekken. We moesten een heel eind, naar Xingping, vlakbij Yangshuo. Ruim 2000 km en met bus en trein zou het een mega-onderneming worden. Dus we besloten twee binnenlandse vluchten te nemen op één dag. Van Shangri-La naar Kunming 1,5 uur en van Kunming naar Guilin 1,5 uur. Op vrijdag de 13e. En de eerste vlucht checkten we in bij balie 13. En we zaten op rij 13.... Maar alles ging gesmeerd.

Rond half 4 landden we in Guilin, een stad met ruim 5 miljoen inwoners, dus een behoorlijke stad voor Chinese begrippen, meer niet. 40 km met de taxi vanaf het vliegveld en we zagen al de voorlopers van het karstgebergte, waar deze regio zo populair om is. Zowaar best een sfeervolle, levendige stad, anders dan veel andere plekken die we zagen. Druk, niet te brede straten, een goed gevoel gaf het. Bij het busstation aangekomen besloten we met de bus naar Yangshuo, halverwege op weg naar Xingping te gaan en daar een nacht te blijven. We kwamen rond 7 uur aan daar en vonden het wel mooi geweest voor die dag.
Yangshuo is de bekendste plaats in de regio, waar iedereen heen komt voor het fantastisch mooie landschap van karstgebergte, bestaand uit rondvormige rotspunten die loodrecht uit de grond steken, omgeven door rijstvelden en rivieren, waar vissers hun vis vangen met behulp van grote vogels die de vissen daadwerkelijk vangen, waarna de vissers de oogst uit hun bek plukken. Echter, voor zover ik heb kunnen zien, wordt dit vrijwel alleen nog als demonstratie voor toeristen gedaan in wordt er nog heel weinig, althans voor ons niet zichtbaar, daadwerkelijk door vissers van deze techniek gebruik gemaakt.

Yangshuo bleek een levendige, erg toeristische maar wel gezellige stad, waar we dus 1 nacht verbleven. Lang zat, want het was ons toch iets te toeristisch. De volgende dag met de bus naar Xingping, anderhalf uur rijden. Dit was de enige plek die ik van tevoren gereserveerd én betaald had. Voor vijf nachten. In een guesthouse genaamd "This old place". Als dat maar niet te lang was...
Toen we aankwamen hadden we meteen een goed gevoel bij deze plek. Dezelfde schitterende omgeving, maar een veel kleinere, sfeervollere en wat minder toeristische plek. Het plaatsje is maar liefst 1750 jaar oud en de oude dorpskern was goed bewaard gebleven. Ook hier zag je de eerste tekenen van opkomend massatoerisme, maar we hadden het idee dat we net op tijd waren, om het zo maar eens te zeggen. Het guesthouse bleek een youth hostel te zijn, heel sfeervol, vlak bij de rivier. Ik had een kamer met balkon met uitzicht op de rivier en het achterliggende gebergte geboekt en we bleken de mooiste kamer te hebben, met het mooiste uitzicht. Dit gingen we wel volhouden! Een heerlijk balkon met een adembenemend mooi uitzicht. Gedurende de dagen zou het uitzicht steeds veranderen: de opkomende en ondergaande zon gaven een totaal ander licht. Van de vier volle dagen zouden we twee dagen regen krijgen. Maar dat gaf ook wel weer een heel aparte sfeer. Het rotsgebergte werd omringd door wolken en nevel. 's Avonds hoorden we de krekels heel luid, het leek wel het geluid van een cirkelzaag. De twee zonnige dagen hebben we o.a een prachtige fietstocht gemaakt en wat rondgewandeld in het schilderachtige oude centrum, waar ook nog, gelukkig, gewoon gewoond werd. In opvallend veel huizen zaten oude mannen en vrouwen te kaarten en mahjong te spelen, uiteraard luidruchtig. Tijdens de fietstocht passeerden we het uitzichtpunt dat model stond voor de afbeelding op het 20 yuan-biljet. We fietsten door kleine dorpjes waar we weer boeren met hun waterbuffels zagen lopen en waar een serene rust heerste. En natuurlijk die prachtige natuur. Dit mag je haast niet missen als je in China bent.
Ook waren er heel veel rondvaartboten die elke dag honderden, duizenden Chinese dagtoeristen opslokten en uitspuwden. Van heinde en verre kwamen ze, ook tijdens de regen, gewoon plastic zakken om de schoenen en hobbelen maar. Vreemd genoeg ook veel vrouwen op hoge hakken. Sommige voorbijgangers keken ons aan alsof we van Mars kwamen. Duidelijk afkomstig uit gebieden waar geen westerlingen kwamen.

Een goede plek, kortom, om een tijdje te verblijven. We hadden ook nog een tocht op een bamboevlot willen maken. Twee uur voor bijna €70, dat was ons echter iets te dol. En het waren nog nep-bamboevlotten ook. Dat sloegen we dus maar over, je moet soms keuzes durven maken. Het geld groeit ons niet op de rug. Maar wel jammer.

Na 5 nachten vertrokken we voor een nacht naar Guilin. Hier vandaan zouden we de trein nemen naar Shanghai. Hier sliepen we in een ander filiaal van "This old place", en dit was zowaar een nog mooiere en gezelliger plek.
Vlak bij een mooi, groot park, tegenover een grote vijver en midden in de stad.
Toen we 's avonds gingen eten moesten we even zoeken. We gingen door het park, een schitterend, echt Chinees park met overal paviljoens, bruggetjes, vijvers, keurig onderhouden, overal hoorde je zachte muziek uit onzichtbare luidsprekers, prachtige planten ook. Na lang zoeken vonden we een overheerlijk restaurant, waar we spicy beef bestelde en aubergines in heerlijke saus. De beef was zo spicy, het dreef in een schaal vol groene, gele en rode pepers. Jammer dat we geen camera bij ons hadden. Maar lékker, en mals....

Terug weer door het park. Dat was nu zo overdadig en schitterend verlicht, in alle kleuren van de regenboog, het leek wel of er door een soort sprookjesbos liepen. De bruggen en paviljoens ook steeds in andere kleuren verlicht, het was ook wel een beetje kitsch, maar een heel aparte plek.
De volgende dag lekker koffie gedronken op het kolossale dakterras en ontbeten. Klaar voor vertrek!

En ja, toen was het tijd om te vertrekken naar.... Shanghai! We hadden tickets gekocht voor de high speed train. Bijna zo duur als een vliegticket, maar vooruit, dat wilden we ook wel eens meemaken. Om 11:45 uur vertrokken we, nadat we in een snikhete en overvolle wachtruimte hadden zitten wachten. Op het perron zagen we de trein aankomen en we zagen aan de hyper-aerodynamische voorkant al: dit is een héééle snelle trein. Van binnen zag het er al zeer strak uit. Heel breed, ruime plekken, brandschoon, echte stewardessen liepen rond, in alles leek het alsof je een vliegtuig binnenstapte. De eerste tientallen kilometers reed hij nog beheerst, door Guilin en de voorsteden, maar toen we eenmaal buiten het bewoonde gebied kwamen kwam hij goed op gang en met een bloedgang van dik boven de 300 km/uur raasden we door het Chinese land. Langs kleine dorpjes, grote steden bezaaid met torenflats, langs groene heuvels en naaldwouden, rijstvelden en grote meren....het was soms bijna hallucinerend. Een film trok aan ons voorbij, zo leek het. Regelmatig stopte de trein in één van de vele grote steden, met oersaaie, deprimerende stations, met vaak wel tien of meer perrons die compleet kaal en leeg waren, erg oostblokachtig. Dat heeft ook te maken met het feit dat je in China niet op het perron mag wachten op een trein maar in een aparte wachtruimte. Kort voor vertrek mag je pas, na uiteraard een bagagecheck, het perron op.
Na 9,5 uur naderden we Shanghai, ruim 1600 km verder. Een megastad met meer dan 24 miljoen inwoners, echt onwerkelijk groot. We kwamen aan op station Hongqiao. En echt waar, ik heb nimmer zo'n kolossaal, modern treinstation gezien. Zeker dertig perrons, hypermodern, alles digitaal aangegeven, glimmende lege perronvloeren en een mensenmassa....ongekend. We kwamen met de roltrap in de bovenliggende hal en die was zó lang dat je het einde niet eens kon zien.
Na een stukje lopen (en ja, met de man zo'n 20 kg bagage in totaal, het zij maar even gezegd) zagen we dat we naar links moesten voor de taxi's. Dus je denkt, ach, een taxistandplaats, effe wachten en rijden met die handel. Nee dus. Wat we toen zagen was werkelijk schrikken. En ook wel lollig. We kwamen in een tunnel waar de taxi's in tientallen achtereen kwamen aanrijden, passagiers instapten en de taxi's weer vertrokken. En we moesten aansluiten in een rij die zó lang was, dat we werkelijk in de lach schoten. Echt een paar honderd mensen stonden nog voor ons, en toen wisten we al: we zijn nu in een héél grote stad aangekomen. Het ging echter zo snel, de taxi's kwamen in zo groten getale aangereden en relatief snel konden we instappen. Klaar voor een rit van ruim een uur door Shanghai, langs immense gebouwen, over een heuse stadssnelweg.

We kwamen rond elf uur aan bij ons guesthouse, verstopt in een klein steegje bij het grote centrale plein People's square. In de stromende regen. Het was ook een "youth hostel", maar zonder leeftijdsgrens voor kamers, wel voor de slaapzalen. Gelukkig maar, want zo "youth" zijn we niet meer. Heel sfeervol, met overal plekjes om buiten te zitten, beneden en boven. Wel veel regeltjes die overal waren opgeschreven. De eerste nacht een kamer met gedeelde douche, waar het vochtig was en naar kattenpis stonk. De nacht erna gelukkig een eigen badkamer. Ja, wij zijn immers ook geen twintig meer...
Volgende dag: wederom stromende regen. Dan maar naar het museum. Dichtbij was het Shanghai Museum, in een heel modern gebouw. Dit scheen een aanrader te zijn, en terecht. En gratis. Een werkelijk prachtig, groot museum met een schitterend overzicht van de Chinese cultuur door de eeuwen heen. Schilderkunst, munten, klederdrachten, bronzen gebruiksvoorwerpen, edelsteen, meubels, porselein, echt een prachtige tentoonstelling. 's Avonds in een echte volksbuurt heerlijke dumplings gegeten, een prima eerste dag met regen.
De volgende dag was het gelukkig droog. Tijd om de metro te nemen naar "The Bund", de boulevard langs de Huangpu-rivier, waar de hoogtijdagen van de Franse, Amerikaanse en Engelse koloniale machtsperiode begon, halverwege de 19e eeuw tot de jaren 40 van de vorige eeuw, met de jaren 20 en 30 als echte hoogtijdagen. De metrohalte was vlakbij The Bund, in East Nanjing road, een bijna 2 kilometer lange en heel brede winkelstraat, waar begin vorige eeuw grote, luxe warenhuizen werden opgericht in werkelijk schitterende gebouwen, in Europese bouwstijl.
The Bund is een strook van anderhalve kilometer aan de oever van de rivier, met prachtige, sierlijke art-deco en neo-klassieke gebouwen, waar ooi allemaal hotels zaten, handelsgebouwen en banken. Na de machtsovername in de jaren 40 door de communisten raakte deze promenade in verval en pas zo'n 20 jaar geleden is The Bund in oude glorie hersteld en gerestaureerd. Nog steeds bevindt zich hier het Fairmont Peace hotel, ooit in 1929 gebouwd als het Cathay hotel, met een magnifiek art-deco interieur en toentertijd thé place to stay in Shanghai en recent geheel in oude glorie gerestaureerd. Uiteraard hebben we hier effe binnen gekeken. Ik voelde me net een zwerver met m'n vale lange reisbroek aan. Wat een grandeur, wat een stijlvol hotel. Overal personeel, zelfs een liftboy. Vanaf The Bund heb je een adembenemend mooi uitzicht op de skyline van Pûdōng, de gigantische wolkenkrabbers met als letterlijk hoogtepunt de Shanghai Tower, een gevaarte gebouwd in een spiraalvorm van ruim 600 meter hoog, op dit moment het één na hoogste gebouw ter wereld. Vreemd als je bedenkt dat hier 30 jaar geleden amper gebouwen stonden. Maar in de jaren 90 is begonnen met de ontwikkeling van deze zakenwijk, en sindsdien is Shanghai in een sneltreinvaart gegroeid, met name qua economische ontwikkeling en sindsdien kent Shanghai zijn gelijke niet in China.

Het is werkelijk ongelooflijk hoeveel luxe je tegenkomt in Shanghai: mega-shops van Prada, Cartier, Maserati, Hermès, noem het maar op, alle grote en bekende merken hebben hier meerdere winkels. Een Nike-warenhuis van 4 etages, krankzinnig luxe restaurants en nightclubs, je komt echt ogen tekort. Van het oude, karakteristieke Shanghai is daarentegen nog weinig over.

Bijzonder mooi en sfeervol is de wijk " French Concession", waar we vervolgens heengingen met de metro, waarbij de naam te herleiden is op het feit dat de Fransen in de 19e eeuw een concessie verkregen van het stadsbestuur om deze wijk te exploiteren en bebouwen. Gevolg is dat deze wijk, ook nu nog, bestaat uit sfeervolle smalle straten met aan beide kant veel bomen en kleine huizen, vaak met typische Franse balkons. Tegenwoordig zitten hier luxe eettenten en zeer smaakvolle boutiques met de meest smaakvolle en extravagante mode.
Shanghai wordt wel "the Paris of the east" genoemd, maar als je het mij vraagt is Parijs bijna "the Shanghai of the west" te noemen. Dit hadden we geen van beiden verwacht. Zó groot, zo'n grandeur...
En dan die metro....vaak zijn de stations omgeven door complete ondergrondse winkelcentra waar je bijna verdwaalt. Dagelijks worden bijna 2 miljoen mensen vervoerd en als de uitbreiding, waar nu aan gewerkt wordt, voltooid is, zal Shanghai het grootste metronetwerk ter wereld hebben.
Toen we de laatste dag naar Pûdōng Airport gingen met de metro, legden we een afstand van 50 kilometer af, 18 haltes, anderhalf uur... En continu stampvol. Overal maar massa's mensen.

's Avonds uit eten was ook een bijzondere ervaring. We wilden graag bij de "Spicy Joint" eten. Dat moest een goed restaurant zijn. We liepen langs een hoog, modern kantoorgebouw en verrek, op de gevel hing een bord met de juiste naam. Huh? Hier? We gingen de hal in, stapten de lift in en inderdaad, op de 3e etage moest het zijn. We stapten direct het restaurant in. Groot, donker, modern, met een soort jaren zeventig psychedelische aankleding: roze, doorzichtig plastic glas rond grote, ronde tafels, gangetjes met ronde gaten waarin rood licht achter plexiglas cirkels brandde en stampvol. Nog net een tafeltje vrij voor twee. Heel erg grotestads allemaal. En werkelijk fantastisch eten. Heerlijke gegrilde vis, rundvlees in een grote schaal gevuld met bouillon, pepers, groente, soyasaus.....hmmmmm.... En heel sfeervol. Dit was een super-topdag, en heel veel gezien.

De volgende dag besloten we een hop-on hop-off bus te nemen. Door het hele centrum rijden, opstappen en uitstappen op veel plekken. We hebben in een hele dag de complete route gedaan. Bij het ticket inbegrepen was ook toegang tot het uitzichtpunt op de 88e etage van de Jinmào-tower, een kantoorkolos in een soort moderne art-decostijl gebouwd. Gelegen naast de Shanghai-tower, maar minder hoog. Toch nog zo'n 450 meter, hoog zat. Het was echter bewolkt en er was veel smog, dus het zicht was niet optimaal. Desalniettemin was het erg gaaf. In de mist zag je in de verte de weidse stad liggen, de wolkenkrabbers rondom, het drukke verkeer in de diepte en om ons heen liepen weer veel luide Chinezen met groepsleiders met vlaggetje in hun hand. En helaas stonden we achter glas. Toch een leuke belevenis. Ook nog een mooie Boeddhistische tempel bezocht, omringd door hoge moderne torens, hetgeen een heel apart plaatje opleverde.
's Avonds weer naar The Bund, om de skyline aan de overkant verlicht te zien. En ja, dat was een uitstekende keus. Stikdruk, nog drukker dan overdag, en de skyline was betoverend mooi. Grote bewegende lichtreclames op de hypermoderne kantoortorens, verlichting die steeds van kleur veranderde, om je heen de mensenmassa, het geluid van de ronkende motoren van de grote vrachtschepen en de vele rondvaartboten die ook neonverlicht waren, het was van een intimiderende grootsheid en schoonheid. Je besefte ten volle dat je je in het kloppend hart van een mega-stad bevond.

De laatste dag moesten we voor 12 uur uitchecken en waren we een tijdje dakloos, want om 1 uur de volgende nacht zouden we het vliegtuig nemen naar Manilla, de hoofdstad van de Filipijnen, vervolgens een binnenlandse vlucht naar Puerto Princesa, op het eiland Palawan.
We gingen nog even naar de oude wijk Tiánzîfáng, een wirwar van kleine steegjes en straatjes, overblijfsel van het oude Shanghai maar nu volgestouwd met toeristenwinkels en te dure restaurants, maar toch leuk om te zien, want als je door de toeristenmeuk heen keek, kon je je een hele goede voorstelling maken hoe dit oude stadsdeel ooit was.
Als je goed keek kon je overigens her en der in de stad nog wel veel steegjes, bijna een soort hofjes, zien waar men woonde in kleine appartementjes, met overal de was buiten, waar de mensen op krukjes voor de huizen zaten. Weg van het mondaine Shanghai, maar er toch ook middenin.

De laatste uurtje hebben we wat op het binnenterrein van ons guesthouse rondgehangen, toch ook een bijzondere plek. Echt van alles aan typen mensen en heel veel verloop. Zo liep er de hele tijd een vrolijke Ier rond, die de hele dag aan het drinken was. Bij de receptie kon je halve liters bier kopen voor 6 yuan, een prikkie. Zo'n 80 cent. Dus elke keer ging die Ier twee flessen tegelijk halen. Hij zat twee weken alleen in Shanghai. Lekker drinken en voetbal kijken. En vechten. Hij had een dikke paarsblauwe kijker, opgelopen tijdens een vechtpartij met een Engelsman (Ieren haten Engelsen traditioneel). Hij kreeg ook ruzie met de barman in het guesthouse, die ook wel een beetje arrogant was. De Ier zei dat hij bijna alle Chinezen leuk vond, maar hém vond'ie de grootste rukker die hij ooit ontmoet had....
Ook liep er een wat louche Argentijn rond, continu met een klein flesje sterke drank op zak en een zonnebril op. Stiekem z'n glas vullen en aanlengen met water uit de kan die in het restaurant stond. Gratis. En hij was ook een neef van Prinses Maxima. Maar dat zei hij om 11 uur 's avonds, na een dag drinken.

Dus ja, China zat er op. Nog even die dag een postpakketje naar huis gestuurd met overtollige bagage en wat kleine aankopen. Toch zo'n ruim 6 kilo. Wel een uurtje werk want de postbeambte was een leerling, sprak geen Engels en was ook niet heel snugger. Met wat hulp er bij toch gelukt...

Een bijzonder land, China. Heel veel moois gezien, ook veel lelijks, met name veel steden. En de Chinezen waren vaak heel vriendelijk en behulpzaam. Ze zijn wel wat ongemanierd. Veel rochelen, heel luid, overal voordringen, spugen, luid geeuwen en zuchten, naar mekaar totaal niet assertief en geen ergernis tonen als ze bijvoorbeeld op een zebrapad voor hun sokken worden gereden, hetgeen daar heel normaal is. Veel eten, dat doen ze ook. En ook heel veel eten bestellen, waarvan toch de helft blijft staan, heel apart.
En ja, ze zitten volgens mij helemaal niet zo te wachten op westerse toeristen. Chinese toeristen in overvloed. En die taal, dat was het meest lastige. Uiteindelijk went alles.
Al met al was China bijzonder, en toch heel aangenaam. Mooi, en lekker eten. Kortom: een geweldige ervaring, maar vaak niet makkelijk.

Na 1,5 uur metro, 3,5 uur wachten op Pûdōng-airport, 3,5 uur vliegen naar Manilla, weer 3 uur wachten, 1,5 uur vliegen naar Palawan, wachten, 5 uur met de bus naar het plaatsje El Nido, zijn we na een reis van ruim 20 uur aangekomen waar we nu zijn, El Nido dus... En dat is weer eens een tropisch paradijs, 180 graden anders dan China, maar wel toch weer een verademing.
Hoe het ons hier vergaat? Tot nu toe uit-ste-kend. Een kamer met terras aan het strand, tussen het karst-gebergte, met goddelijk uitzicht op de baai.

Maar daarover vertellen we meer in....het volgende verslag!

De foto's komen er spoedig aan!

Vanuit een zonnig en bloedheet El Nido,
Veel liefs en de groeten,
Karlijn & Peter

  • 27 Mei 2016 - 13:51

    B. J. Van Etten:

    Hallo Karlijk en Peter,

    Wat een geweldig verhaal is het weer, ik zal straks well ff het verhaal drukken.
    Wat heerlijk om zoveel mee temaken.

    En het mooie vertellen dat jullij doen, het is ondertussen all een boek.

    Ik maak niet vèél mèé, ik ha in de dag naar McDonald's, en Dan weer naar huis.

    En soms ga Ik naar Vancouver, mooi stad Vancouver.

    Karlijn en Pater, Gefeliciteerd met all de verhalen, en bedankt om ons op dehooghten to houwden, kunnen jullij ook FaceTimenen?

    M. D. H. H. & H. Vr. Gr.
    BJ
    PS fist and foremost de U. S. A. Heeft zowat, een nieuwe goeden President Donald Trump is z'n naam, dat is een man met een groten bek, het is met een man als er was 100 Jaren geleden, toen heren die man Adolf Hitler.

  • 27 Mei 2016 - 17:43

    Heleen:

    Dank jullie wel weer voor het geweldige reisverslag. Heel prettig om te lezen. Het is was toevallig dat ik net aan jullie moest denken toen het mailtje binnen kwam.

    Groetjes en nog een hele goede tijd

    Heleen

  • 27 Mei 2016 - 17:59

    Marja:

    Dag allebei,

    Wederom met smaak gelezen.
    Heel bijzonder. Eufemistisch gesproken.
    Groetjes. Wees voorzichtig maar geniet. Of andersom. :)
    Marja.

  • 27 Mei 2016 - 19:50

    Wendy :

    Wat een geweldig verslag weer. Dank jullie wel! Liefs, Wendy

  • 28 Mei 2016 - 05:02

    Anne:

    Hi Karlijn and Peter,

    I really enjoyed reading your latest travelogue and great photos too! The guesthouse in Shangri-la clearly caters for Australians; "no worries" is such an Australian colloquialism. The birds that the fishermen use are cormorants (Aalscholvers) and apparently they can count. The birds fish for the fishermen but the 13th fish is for the bird to eat. ..... and they seem to count and know when they can eat the fish (a bit of trivia from QI program with Stephen Fry).

    Cheers
    Anne



  • 29 Mei 2016 - 14:14

    Sjaak (oftewel Je Vader):

    Hoi Karlijn en Peter ,
    Zo ,wat 'n lang reisverslag gaan wij weer printen en vervolgens lezen !
    Wij zijn zojuist thuis gekomen van 'n korte vakantie en Ik dacht meteen even de computer aanzetten !!
    En ja hoor ,het volgende verslag ! Wij gaan dit natuurlijk op ons gemak lezen met veel plezier !
    Peter ik stuur jullie binnenkort weer 'n bericht over ditjes en datjes 1111111111111
    Veel plezier en de groeten van ons ! Gaat Karlijn ook lekker ? Tot de volgende keer .

  • 29 Mei 2016 - 17:19

    Tante Hetty:

    Lieve Karlijn en Peter.

    Wat heb ik weer genoten van lange geweldige reisverslag, het is ook de manier zoals je schrijft, je ziet het echt voor je tijdens het lezen, super, super hoor.!!!
    China is denk ik wel een heel apart land hè. en nu zijn jullie in de Philippijnen, wel weer een heel ander land natuurlijk. enfin dat lezen we weer in het volgend verslag.

    Bedankt weer voor het prachtige verslag,

    Fijne reis nog, !!!!!

    Liefs, tante Hetty


  • 30 Mei 2016 - 07:18

    Jumbo:

    Ik mis de Chinese muur in het verhaal ??? nee toch ???

  • 30 Mei 2016 - 14:08

    Tante Tine:

    Wat een mooi reisverslag ,ik lees iedere keer een stukje,schitterend.
    Ik wist niet dat er ook sneeuw in China was.
    Ik wens jullie nog heel reisplezier. Gr. Tante Tine

  • 30 Mei 2016 - 16:04

    Fokko En Carla:

    Hallo Peter en Karlijn,
    Weer het verslag met plezier gelezen. Echt geweldig wat jullie ondernemen. Ook zo leuk
    de foto's, die jullie meesturen. Te zien, dat jullie echt genieten.
    We kijken dan ook weer uit naar het vervolg van de reis.
    Liefs, Fokko en Carla

  • 30 Mei 2016 - 17:03

    KeesB, (soort Collega):

    Hey Pedro + Carlijn,
    Leuke berichtjes allemaal, het gaat lekker zo te horen ….
    De beschrijving en de beleving van de ruige natuur en besneeuwde toppen klinken errug goed, mooi hoor, goed bezig … en ook heel herkenbaar, alsof je hier in Beverwijk vanuit het raam op de 4e verdieping de verte in kijkt zo langs de bus-stop en het station , lijkt me qua beleving redelijk vergelijkbaar, toch ..? Genieten jullie er nog even van zolang het kan, wij doen het hier ook.

    Maar, jou kennende, je bent natuurlijk dagelijks wel even bezig met de vraag hoe het op de werkvloer zal gaan …. maar effe serieus: Dat wil je natuurlijk helemaal niet horen, laat staan aan denken … Nou, ik zal er heel kort over zijn: het loopt allemaal gesmeerd, dus nooit meer aan denken en wat je vakantie betreft: je kunt er met een gerust hart nog een paar maanden aan vastplakken.

    Veul plezier nog en houdoe,
    Garoet, Kees

  • 31 Mei 2016 - 11:10

    Marten:

    Wereldburgers.... goed bezig!!!!

    In The Dutch Mountains is het ook een rollercoaster aan belevenissen zoals een lekke voorband, een bus die 5 minuten te laat is, het vakantiegeld op een voor de rest identiek loonstrookje en weer een kroeg voor baarden in Oost en ga maar door ga maar door. Niets zo onvoorspelbaar als het leven hier..

    Daar kunnen jullie niet tegenop, hè..... ;-)

    Marten

  • 12 Juni 2016 - 00:02

    B. J. Van Etten:

    Hallo Karlijn en Peter,

    ff er tussen door, ik hoorde van Mamma & Pappa, dat jullij hadden hunnie opgetelephoneerd, maar ik dacht, hebben jullij géén "Skype"?

    Met Skype dan kan je als er Wi-Fi is, bellen over de gehelen wereld!

    Het's gewoon ff en APP van Skype en klaar is Karlijn & Peter.

    Heb véél lol in de Manila, en héél véél LOL,

    De broer van Mamma B. J.
    My Skype name is Phoenix3118 ik ben dag en nacht teberijken. Groeten.

  • 15 Juni 2016 - 22:02

    Charles:

    Hi Peter, weer zo'n fantastisch verslag. Het leest lekker weg. Dat schrijven doe je bepaald niet slecht....complimenten! Geniet nog maar van jullie avontuur, niet dat ik jaloers ben of toch wel

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Peter en Karlijn

Peter en Karlijn op de Chao Phrayarivier, Bangkok

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 482
Totaal aantal bezoekers 74682

Voorgaande reizen:

01 Maart 2016 - 31 Augustus 2016

6 maanden Azië

30 December 2010 - 30 Mei 2011

Sri Lanka-India-Nepal-China-Indonesie

28 December 2007 - 29 April 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: