Yogatrutjes, tulbanden, baarden en Hindoe-pelgrims - Reisverslag uit Amed, Indonesië van Peter en Karlijn - WaarBenJij.nu Yogatrutjes, tulbanden, baarden en Hindoe-pelgrims - Reisverslag uit Amed, Indonesië van Peter en Karlijn - WaarBenJij.nu

Yogatrutjes, tulbanden, baarden en Hindoe-pelgrims

Door: Peter

Blijf op de hoogte en volg Peter en Karlijn

13 Augustus 2016 | Indonesië, Amed

Hallo en dag allemaal! We zijn er weer! Tijd voor alweer het voorlaatste verslag..... Ja, de tijd gaat nu hard....

(Voor ik verderga: nog even een geinige anekdote uit de Filipijnen die ik vergeten was te vermelden: toen we ergens een colaatje zaten te drinken, vroeg de jongen die ons bediende hoe het weer is in Nederland. Karlijn vertelde dat 25 graden warm is bij ons. De jongen moest lachen en zei: oh, dat is de temperatuur waarop we hier de airco instellen....)

De vorige keer, zo'n drie weken geleden, eindigde het verhaal met ons verblijf in McLeod Ganj. Wat ik nog vergat te vertellen hierover: apen!
We hadden tot dat moment nog geen apen gezien in India, hetgeen ons verbaasde, maar de schade werd ruimschoots ingehaald.... In McLeod Ganj barstte het werkelijk van de apen. Met een roze snoet en roze kont en verder lichtbruin. En groot, en totaal niet bang voor mensen. Ze liepen overal, over daken, relingen, over straat. Soms moesten we even weg van ons balkon als er weer een hele familie langskwam, op rooftocht naar voedsel. Echt waanzinnig.

Dat was McLeod Ganj. Zoals gezegd maakten we, voordat we aan ons yoga-avontuur begonnen, een uitstap naar Amritsar. In eerste instantie met één reden: de gouden tempel, het allerbelangrijkste heiligdom van de Sikhs. De Sikh-religie bevat elementen van het Hinduïsme en de Islam, kort gezegd. Mannen mogen hun haar niet afknippen, dragen een tulband, een kromme dolk en alcohol en tabak is ten strengste verboden. Zo hoort het ook....

Het vertrek vanuit McLeod Ganj naar Amritsar vormde zeker een van de meest miserabele momenten tot nu toe.
Om te beginnen moesten we, omdat de bus om 6 uur zou vertrekken vanaf het busstation, reeds om 4 uur opstaan. Het was donker, het regende zacht en de luchtvochtigheid bedroeg rond de 100%. Om half 6 moesten we bij de bus zijn dus om kwart over 5 liepen we, door de troosteloze en uitgestorven straten, in regenkledij, naar het vertrekpunt. En die bushalte....tsja, onder een gebouw dat slechts een betonnen geraamte was, waarvan de eerste etage als parkeergarage diende. Langs een hoop afval liepen we eerst, bouwvallen waarin koeien en honden lagen te slapen, een ondraaglijke stank, blaffende honden, heel sinister allemaal. Daar aangekomen bleek de bushalte een troosteloze, vochtige, donkere grote ruimte te zijn, met grote plassen water op de grond, condens dat van het plafond druppelde, modder, schimmige types die rondscharrelden... En de bus? Die was er nog niet. Kort daarna kwam hij gelukkig aanrijden. Passagiers eerst er uit, en toen konden wij, aan de achterkant van de bus, onze rugzak inladen. Het was er zo donker, je kon bijna niks zien. En we stonden midden in een plas water. Eén van de kerels die bij de bus hoorde - van een privébedrijf - zei op norse toon "20 rupees". Verbaasd keek ik hem aan. We hadden immers ruim voldoende voor het ticket betaald. Maar dat kwam er dus bij. Per rugzak. Even helpen met inladen was er echter niet bij. Nog even een chai drinken, en bediend worden door een al even chagrijnige, onbeschofte kerel. We waren blij toen we eenmaal in de bus zaten en vertrokken. Van de busmaatschappij zaten er drie mannen in de bus. De chauffeur en twee hulpjes. De ene nog onvriendelijker dan de andere. De bus zelf was gelukkig wel prima. Nou, vooruit dan maar, rijden met die handel.
De weg naar beneden, naar Dharamsalah, was ondraaglijk steil en smal. Als er een bus van de andere kant kwam, moest onze bus achteruit, net als in Ladakh. Verder ging de rit vrij soepel. Duidelijk was te merken dat we de deelstaat Punjab inreden, de deelstaat grotendeels bevolkt door Sikhs. Bijna alle mannen hadden indrukwekkende, volle baarden en een tulband op. Het land was vrijwel vlak, overal akkerbouw, en de wegen waren prima. In sneltreinvaart reden we naar Amritsar en binnen 4,5 uur waren we in de stad. Veel sneller dan verwacht. Het was wel gaan regenen inmiddels en dat gaf de boel een troosteloze aanblik. Voeg daarbij dat we ergens in een buitenwijk, langs de weg, werden gedropt en je kunt je voorstellen dat we nog niet aan de polonaise waren begonnen. Bovendien kreeg Karlijn haar rugzak amper uit het laadruim, terwijl de hork die 20 Rp vroeg per rugzak niet de moeite nam om even te helpen. Als een schaap stond hij er bij en toen knapte er even iets bij me, en ik zie iets in de trant van"godverdomme, loser, wel je hand ophouden en nu geen poot uitsteken !?".
Enfin, dit gezegd hebbende, we waren op de plaats van bestemming en daar ging het om. Want als de nood het hoogst is, is de redding nabij en in dit soort gevallen betekent dit een riksha-rijder die altijd bereid is om ons naar een hotel te brengen.
Over de drijfnatte straten reden we de binnenstad in, naar een paar hotels vlakbij het gouden-tempelcomplex. We kozen voor hotel Grace. Niet bijzonder, sfeerloos, maar wel een grote kamer met airco. En dat bleek hier hard nodig. Het is nu moesson-tijd, dus veel regen maar nog steeds moordend heet, zodat het al gauw beklemmend klam aanvoelt.
Er sliepen veel Indiërs in het hotel. Overal stonden deuren open, van kamers vaak zonder raam, waar hele gezinnen in bivakkeerden en waar de was in de kamer hing te drogen. Nou ja, drogen, met deze klamme hitte kwam daar weinig van terecht.
We hadden voor twee nachten geboekt. De volgende dag stond bezoek aan het complex van de gouden tempel op het programma. Maar wat te doen op deze aankomstdag? Rond 12 uur waren we immers al ingecheckt. Ineens, geholpen door de hoteleigenaar, een ietwat dominante, maar vriendelijke grote Sikh, met uiteraard grote baard, paarse tulband en luide, zware stem, kregen we een goed idee: bezoek aan de Attari - Wagah - grensovergang tussen India en Pakistan, om de dagelijkse sluitingsceremonie van de grensovergang te bekijken. Officieel is deze ceremonie bedoeld om dagelijks de grensovergang te sluiten en de vlag te strijken, aan de Pakistaanse en Indiase zijde. Deze ceremonie is echter uitgegroeid tot een bizarre mix van marcheren aan beide kanten, waarbij de benen overdreven hoog worden gegooid door soldaten, met over-the-top uniformen aan, grote krulsnorren, en de borst hoog vooruit lopend. Op een theatrale manier tegen mekaar opbieden wie de stoerste en de beste is. De vlag wordt opgevouwen en de poorten van de grens afgesloten. Nou, benieuwd!
Via het hotel konden we via een prima prijs een taxi regelen naar de grens en terug, zo'n 35 km rijden. We vertrokken rond 3 uur, een uurtje rijden, de ceremonie zou rond kwart over 5 beginnen. Ons werd aangeraden op tijd te zijn, wegens de grote aanloop.
Rond vier uur arriveerden we. Rijen auto's in de berm geparkeerd, hordes mensen te voet. Toen we uitstapten moesten we nog een heel eind lopen, langs controleposten, samen met vele honderden mensen. We kochten een petje in de kleuren van de Indiase vlag met "i love my India" voorop. We werden aangestaard, toegelachen, we moesten op de foto met velen...het was al meteen geslaagd. En overal militairen. Tassen verboden. Veiligheid, weetjewel.
We kwamen uiteindelijk bij het laatste stuk weg voor het grenshek. Aan beide kanten van de weg gigantische tribunes. We waren nog redelijk op tijd en konden dus een prima plek uitkiezen. In de zon, en dat zouden we later bezuren. Verzengend heet was het, gelukkig hadden we veel water bij ons. De tribunes stroomden vol met uiteindelijk vele duizenden mensen, waaronder enkele tientallen toeristen. Aan de Pakistaanse kant waren iets minder toeschouwers. De sfeer werd steeds uitbundiger. Er werd op een gegeven moment harde muziek opgezet. Kennelijk bekende Indiase klassiekers en bollywood-muziek. Er werd massaal meegezongen, er werd gedanst, op de tribunes en op de weg, met vlaggen gezwaaid, we waren werkelijk overdonderd en we kregen echt kippenvel. Wat een sfeer! Er werd aan ons getrokken, we moesten meedansen. En dat deden we. We werden onwijs vriendelijk bejegend, toegejuicht, het was een surrealistische vibe. Het petje dat we ophadden bleek een schot in de roos! De ceremonie liet wat lang op zich wachten, maar rond kwart over zes begon het. Het publiek raakte in extase, er ging een siddering over de tribunes. Aan beide kanten begonnen soldaten te marcheren, er kwamen er steeds een paar bij, het leek bijna wel een soort ballet-choreografie. Begeleid door trommels en trompetten voltrok zich een schouwspel voor onze neus waar we werkelijk helemaal ondersteboven van waren. Het publiek juichte, was hysterisch, echt onwerkelijk. Ook aan Pakistaanse kant, maar net iets minder heftig. Dit was een puur nationaal feestje. De deelnemers aan de ceremonie, de militairen, waren echter bloedserieus. Gezien de gespannen relatie tussen de twee landen was dit toch wel heel bijzonder. Het ging er namelijk ook heel vriendelijk aan toe, er was helemaal geen gespannen sfeer over en weer. Dit was puur folklore, puur theater, we hadden een wereldavond en beseften dat we getuige waren van iets absoluut unieks. Na drie kwartier was het voorbij en waren de grenspoorten echt gesloten en de vlaggen gestreken. In de mensenmasse liepen we terug naar de plek waar onze chauffeur ons opwachtte.
We reden, zoals dat heet, moe maar voldaan terug naar Amritsar. Daar aangekomon wilden we graag afgezet worden bij restaurant Kesar Da Dhaba. Scheen een goeie te zijn. Het bleek lastig te vinden, gelegen midden in de oude binnenstad, een wirwar van steegjes, vol met mensen, verkopers, fietsriksja's, honden, een gekkenhuis, zoals eigenlijk heel India. Het eten was inderdaad werkelijk fantastisch. Een paratha thali (een paratha is een soort krokante pannenkoek, een thali een stalen bord vol stalen schaaltjes met diverse sausjes, dhal, en een soort yoghurt) zoals je zelden tegenkomt. En helemaal vol! Met een riksja gingen we terug naar het hotel, want we zouden hier honderd procent zeker verdwalen.
En ja, de volgende dag was het dan zover. Tijd voor de gouden tempel. Al lang op ons verlanglijstje en nu was het dan tijd.
Eerst ontbijten. Geen makkelijke opgave. Hoezeer we ook van Indiaas eten houden, als ontbijt nog effe liever niet. Dus kwamen we bij de Subway terecht, de enige plek in de omgeving waar iets niet-Indiaas te krijgen was. Prima sandwich. Voor koffie gingen we vervolgens naar Coffee Day, een hippe Indiase koffieketen. Lekker bakkie!

We sliepen om de hoek van het complex, dat scheelde. Alcohol in Amritsar is uit den boze en in een brede ring rond het complex waar de gouden tempel is, is ook roken ten strengste verboden.
We liepen naar een van de toegangspoorten van het gigantische, geheel wit gekleurde complex, het Gurdwara-complex. Honderden pelgrims die van heinde en verre kwamen stonden bij de ingang. Daar moest je je schoenen uitdoen en in bewaring geven. Vervolgens een doek om je hoofd, want het hoofd moet bedekt zijn. Daarna voeten wassen en vervolgens liepen we naar het immense binnenterrein. We liepen onder een grote poort door en daar stonden we dan. Voor ons een grote, rechthoekige binnenruimte, een groot waterbassin (het water hierin is heilig en wordt geacht genezende krachten te bezitten. Van over de hele wereld komen pelgrims om hierin te baden), omgeven door een breed, marmeren looppad met in het midden de gouden Sikhtempel, verbonden via een looppad met de buitenring rond het bassin. Poeh, wat een indrukwekkend gezicht. De tempel glinsterde in het licht van nota bene slechts een waterig zonnetje, maar wat wás'ie mooi.....de onderste ring van massief marmer, gedecoreerd met patronen van bloemen en dieren, het grootste deel daarboven helemaal van goud, eeuwenoud, en heiliger dan heilig, zoals mekka voor de moslims. De architectuur is een mengeling van Hindu en Islamitische architectuur.

De aanblik van de tempel, de grootsheid van het hele terrein, de sfeer van heilige aanbidding, de honderden pelgrims, het geluid van gebeden dat klonk door de vele luidsprekers....we stonden daar, alweer, met de rillingen op onze armen. Je kunt het haast niet uitleggen, maar zo'n moment ráákt je. Je beseft je opeens op wat voor een bijzondere, voor honderdduizenden mensen heilige plek je je bevindt. Op zo'n moment kan religie iets betoverend hebben. Terwijl wij toch niet heel religieus zijn. Maar je voelt de extase van de mensen om je heen, de eerbied, de toewijding, het beleven van religie. Je moet wel van gewapend beton zijn gemaakt als zulke plekken je niet raken.
In het bassin waren mensen aan het baden, aan het bidden, langs de kant zaten mensen helemaal in extase, honderden liepen rond het bassin. Je mag alleen met je voeten gekruist aan de rand van het water zitten. We hebben uiteindelijk twee uur ons lopen vergapen aan de sfeer, de tempel, de mensen, aan alles. Je kon ook in de tempel, waar van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat gebeden worden voorgedragen uit het heilige boek van het Sikh-geloof, de Guru Granth Sahib, door priesters, non-stop, begeleid door muziek, gespeeld op klassieke Indiase instrumenten zoals de tabla's (een set van een kleine en een grote trommel).
Dit heilige boek wordt vroeg in de ochtend naar de tempel gebracht en 's avonds weer opgeborgen, op ceremoniële wijze. De pelgrims staan in een hele lange rij, mannen en vrouwen gescheiden, om de tempel in te kunnen en daar hun respect te komen betuigen bij de plek waar de gebeden worden voorgedragen, vervolgens op de eerste etage even bidden en een moment van contemplatie en daarna weer naar buiten.
Wij dachten, dat willen we ook zien en meemaken. Dus we sloten achteraan in de rij. Het duurde een uur voor we naar binnen konden. In de rij was het dringen, staand tussen de zwetende en hoopvol gestemde mannen. Karlijn tussen de vrouwen, een rij die een stuk minder druk bleek. Ik werd aangestaard alsof ik een buitenaards wezen was. Wel vriendelijk, dat wel. Toen ik uiteindelijk de tempel binnenkwam, was ik getuige van een onwerkelijk tafereel. In een vrij kleine vierkante ruimte zaten in het midden, achter een laag hek, de muzikanten en de priesters die de gebeden voordroegen. De pelgrims zegen en masse neer op de grond om hun respect te betuigen. Ze vielen nog net niet flauw. Ik zag het allemaal met verwondering aan en keek me ogen uit om het hele tafereel, de sfeer, de prachtige met goud bewerkte muren en plafond. Na enige minuten werd iedereen door een soort bewaker gemaand de ruimte weer te verlaten. Ik leidde de bewaker af door een praatje met hem te maken en kon daardoor iets langer binnenblijven. Daarna naar boven, waar men kon bidden. Helemaal beduusd verliet ik de tempelruimte. Wat een bezieling, wat een extase, wat een sfeer...! Karlijn bleek het ook zo te hebben ervaren. Ik vroeg later nog aan een paar zeer charismatische, prachtig geklede Sikh-mannen of ik een foto van ze mocht maken. Jazeker, en ze wilden ook graag met mij op de foto! De sfeer in het complex was gewoon echt geweldig, bijzonder. Na lange tijd verlieten we het complex.
In de middag gingen we lopend het oude centrum in, door de steegjes en smalle straten, uitpuilend met kraampjes, piepkleine winkeltjes, fietsriksja's, motoren en scooters, noem maar op. Een kakofonie van geluiden en impressies. En het moet toch weer eens gezegd: hoezeer we ook van India houden - we zijn er niet voor niks al voor de zoveelste keer - toch valt het elke keer weer op hoe ongehoord smerig het land is. Ik heb nooit een land gezien dat zo smerig is. Overal, werkelijk overal, liggen bergen afval, vaak al dagen, soms weken lang. De stank is af en toe ondraaglijk. De zwerfhonden en de koeien die door het afval aan het wroeten zijn en als het donker is de hordes ratten. De straten zijn smerig. Alles is kapot, nergens een mooi, effen stuk asfalt. Restaurantjes en winkeltjes hebben doorgaans vloeren, muren en een inrichting die in geen jaren schoongemaakt lijken te zijn. Als je soms ook ziet hoe in een restaurant je tafel wordt schoongemaakt...met een doekje zó smerig, ik kan het amper beschrijven. Een vochtlucht van dagen oud. We hebben het écht meegemaakt dat in een restaurant een jongen met een heel vieze doek de vloer schoonveegde en daarna doodleuk onze tafel kwam reinigen. Met dezelfde doek. Ach, Incredible India. En dat is het. In alles. Over de wc's zal ik het maar niet hebben. Dat wordt erg onsmakelijk. Het komt voor dat een wc niet eens kan worden doorgetrokken en er geen emmer water staat om te spoelen. De rest kun je zelf wel bedenken.
Maar we hadden een prima middag!

Die avond zouden we weer getuige zijn van iets heel bijzonders. We gingen naar de Guru-Ga-Langar, een immense gaarkeuken en eetzaal in de hoek van het immense gouden tempelcomplex. Dit is de plek waar de Sikhs voor zo'n 60.000 tot 80.000 pelgrims per dag de maaltijd bereiden, die genuttigd wordt na het bidden en het bezoek aan de tempel. Gratis, welteverstaan. Voor iedereen, van zwerver tot miljonair. Ook voor toeristen. Een donatie wordt wel gewaardeerd maar je bent tot niets verplicht. Een ultieme blijk van het principe van gastvrijheid van de Sikhs.
We sloten aan in de rij en toen we aan de beurt waren werden we met een groep naar een enorme zaal geleid, waar we naast elkaar op de grond moesten zitten. Alles werkte als een geoliede machine. In sneltreinvaart werden grote stalen borden met schaaltjes voor onze neus gezet, een ander kwam langs met een kolossale pan rijst, de ander met een ketel water, voorzien van een kraantje onderin, enzovoorts. Wanneer je klaar was moest je je lege bord en schaaltjes meenemen en afgeven bij de afwasbrigade.
We liepen langs de keuken, waar onmenselijk grote ketels op het vuur stonden. De afwasbrigade bleek te bestaan uit vele rijen mensen die aan enorme stalen bakken met water rekken met honderden, duizenden stukken bestek, borden en schalen aan het afwassen waren. Een immens lawaai, door het gekletter van al dat staal. Wat een schitterend fenomeen is dit.

De laatste nacht regende het onbedaarlijk hard. Toen we de volgende ochtend een autoriksja namen naar het busstation, waren de gigantische plassen water niet te ontwijken. Dit waren beelden die je van het journaal kent, wanneer er weer eens melding wordt gemaakt van moessonregens van bijbelse omvang. We reden middenin dat beeld. Niet zo gek, gezien het gegeven dat de afvoer amper werkt door de ophoping van al dat afval. We hielden nog net onze voeten droog. Op sommige plekken was de weg niet begaanbaar en moesten we omrijden. De zon scheen weer en de relingen van de bruggen hingen weer vol met wasgoed, van bewoners uit de sloppenwijkjes langs de kant van de weg. Want naast de eerder genoemde vuiligheid blijft ook de diepe armoede je treffen. Hoezeer sommige mensen ook menen dat India een economie in opkomst is, mijn bescheiden mening is dat dit zwaar wordt overdreven. Een kleine bovenlaag en de hogere middenklasse worden rijker en welvarender, en in sommige steden (Mumbai, Bangalore) is te zien dat de welvaart wat stijgt, maar als ik zie hoe weinig er sinds de eerste keer, in 1999, dat ik in India was, is verandert, dan stemt mij dat niet al te optimistisch. Er is nog steeds oneindig veel diepe, diepe armoede. En dan komen wij nog amper op het uitgestrekte platteland, ver van de toeristische trekpleisters. Daar schijnt het nog veel schrijnender te zijn.

Enfin, we gingen op weg naar Dharamkot, gelegen op dezelfde berg als Dharamsala, maar dan ietsje hoger. Hier gingen we een vijfdaagse yogacursus volgen.
De bus stopte in Dharamsala en vandaar namen we een riksja naar boven. Ik betaalde met grotere biljetten dan de afgesproken prijs. En nee, wisselgeld had de goede man niet. Nou, jammer. Wij ook niet. En warempel, ineens kwam er toch nog kleingeld tevoorschijn. Dit spel kennen we inmiddels wel.... We pakten onze rugzak en liepen naar de ashram, waar de cursus zou plaatsvinden en waar we ook een kamer hadden geboekt. Een schitterend gelegen complex, tussen de bossen met een mooie tuin. Een hoofdgebouw met receptie en grote yogazaal, daaromheen kleine gebouwen met slaapvertrekken en een restaurant, en overal mooi uitzicht over het dal. Een man wees ons de kamer, die geen nummer had maar een naam: bird of paradise. Het uitzicht vanaf het sfeervolle balkon met klimop-planten was paradijselijk. Maar daar hield het wel mee op. De kamer was krankzinnig vochtig. Wel groot, maar met een klein, klammig, krakkemikkig bed. Er stonden ook kookspullen en een gasbrander. Neem van mij aan: daarmee wil je écht niet koken. Geen enkel raam sloot goed af. De gordijnen waren plakkerige klamme lappen stof. Er was nog een vliering en daar bleken tot onze verbazing en verbijstering twee katten te bivakkeren. Ik verzocht de man vriendelijk doch dringend om die beesten als de sodemieter uit de kamer te flikkeren. En zo geschiedde. Er kwam een vrouw aan die, zich hevig verexcuserend, de katten kwam halen. Dit bleek de yogadocente te zijn, maar dat wisten we toen nog niet. Karlijn waagde het nog te vragen of bier ook tot het restaurant-assortiment behoorde. Dat had ze beter niet kunnen doen. We werden nog net niet uitgelachen maar de man van de keuken zei besmuikt lachend dat dát toch echt niet aan de orde kon zijn in een ashram. Mooi. Dat beloofde wat.

De volgende dag begon de cursus. Vijf dagen, van 10 tot 1 les. Drie uur lang, dus. De groep bleek heel groot. Ruim veertig mensen. Deze zou later worden opgesplitst. En er záten me een types tussen.... Alle clichés over yogatypes kwamen uit. Gelukkig was niet iedereen van dat slag. Maar er zaten een paar echte yogatrutjes bij. Ja, trutjes. Want het merendeel was vrouw. Bloedfanatiek, bloedserieus, ietwat arrogant en zelfvoldaan, en als je na de cursus in het restaurant kwam voor de lunch, bleek bijna iedereen aan de organische thali te zitten met een kruidenthee, met twee knuistjes vastgehouden, onder een empathische, gemaakt-vriendelijke oogopslag. Wij zaten lekker aan de vette, gebakken eieren. En een straffe bak koffie.
Eén meisje werd steeds door haar vriendje opgewacht na de yoga. Toen ze er wat moe uitzag, vroeg hij op een dag: goh, was het zwaar? Waarop zij met onverholen trots heel uitsloverig zei, op een toon zodat iedereen het kon horen: yeah, no pain, no gain!! Ik piste bijna in mijn broek van het lachen. Wat een uitslover. Zij was ook inderdaad altijd met een serieuze grimas haar oefeningen aan het afwerken. Alsof het een prestatiesport is. Ik weet niet heel veel van yoga, maar zo'n uitspraak toont echt dat je er werkelijk niks van begrijpt. Yoga gaat om ontspanning, ook al kan het heel inspannend zijn om bepaalde posities te kunnen vasthouden. Je moet juist het punt van ontspanning zien te vinden. Hebben wij geleerd....
Wat ons vooral opvalt, is dat veel yogatypes geen zelfspot hebben, geen zelfrelativering. Alles veel te serieus nemen en vergeten zelf na te denken.

Hoe dan ook, de cursus zélf was eigenlijk hartstikke leuk en leerzaam. Yoga ís gewoon een fijne bezigheid, het is bijzonder ontspannend en goed voor geest en lichaam. Er gaat een eeuwenoude leer en filosofie mee gepaard. De docent was erg goed, haar drie begeleiders hadden altijd tijd voor je. Het vroeg veel concentratie en door de lange duur was je na een sessie wel redelijk op. De middagen deden we dan ook niet veel. Ja, rond vijven gingen we lopend naar Dharamkot, om uiteraard toch dat biertje te drinken. Het voelde gek genoeg toch een beetje als spijbelen. Maar ze smaakten prima, zo kunnen we jullie mededelen.
We zijn nog een middag terug geweest naar het Tibetaanse cultureel centrum Norbulingka, om een thangka (Tibetaans schilderij, gemaakt op een eeuwenoude traditionele wijze) op te halen die we hadden gekocht. De opbrengst komt ten goede aan gevluchte Tibetaanse kunstenaars. En we zijn een middag naar het Tsuglagkhang-complex, het Tibetaanse centrum in Dharamsala, waar de Dalai Lama resideert, geweest. Dit was erg interessant. Twee tempels, een klooster en een museum. Met name het Tibetaanse museum was erg indrukwekkend. We zagen er een film van 50 minuten over Tibetaanse vluchtelingen en de gevolgen van de Chinese bezetting. In het museum wordt het verhaal verteld van de Tibetaanse geschiedenis, de bezetting door China, het verzet van de Tibetanen en de vlucht van vele Tibetanen aan de hand van prachtige foto's, video's en duidelijke uitleg op vele panelen. Echt een must als je in Dharamsala bent. Maar wel een droevig verhaal.

Na vijf dagen was het ook echt wel mooi geweest. Het was tijd om te vertrekken. Op naar de laatste etappe in India alvorens terug te keren naar Delhi: Rishikesh!
Eén van de heiligste steden van India, gelegen aan de Ganges. Eeuwig bekend door het bezoek van de Beatles in de jaren zestig aan de ashram van Maharishi Mahesh Yogi en ook de plek waar een groot deel van "The white album" van the Beatles is geschreven. Sinds die tijd is Rishikesh zowat een bedevaartsoord voor spiritualiteit-zoekers. Rishikesh wordt ook wel de wereldhoofdstad van de yoga genoemd. Maar dat hebben we nu al gedaan.
Maar we moesten er eerst nog maar eens zien te komen! Ik kan alvast zeggen dat dat niet zonder slag of stoot zou gaan. Een wel heel bijzondere rit stond ons te wachten...
Dit werd de eerste nachtelijke rit met de bus tijdens deze reis. Er zat niks anders op, we konden alleen met de nachtbus. Heeft niet meer onze voorkeur, maar helaas.
Om half acht des avonds zouden we vertrekken uit dat miserabele, eerder beschreven busstation in Dharamsala. Allebei inmiddels aan de diarree en een dosis
immodium moest ons de nacht door helpen. In India niet ziek worden is nu eenmaal vrijwel onmogelijk. Even na half acht vertrokken we, voor een rit van ruim 12 uur. Dachten we. Wat vriendelijker buspersoneel, hoewel ze geen letter Engels spraken. Er zaten nog een stuk of vijf toeristen in de bus. Het leek ons wel een behoorlijk oude, gammele bus, maar ach dat is geen uitzondering.
Het was al donker toen we vertrokken. We daalden de steile, bochtige wegen af en verdwenen in de nacht. Het geeft wel een bijzondere sfeer, in de nacht rijden in India. Straatverlichting is er niet, het is overal vroeg uitgestorven. De rolluiken van al die kleine winkeltjes zijn omlaag, de straat wordt nog hoogstens bevolkt door zwerfhonden. Een nogal desolate sfeer is het gevolg. Af en toe een lichtje, wat mannen die rondhangen op een straathoek, het heeft ook wel weer wat. En dan reden we ook nog eens vooral door dunbevolkte bosrijke gebieden. Nacht in India. En uit mijn oordoppen klonk een akoestisch concert van Townes van Zandt. Heerlijk. We waren al in slaap gedommeld toen we rond 11 uur 's avonds stopten. Rustpauze. In een doodstille omgeving waren we bij een verlaten wegrestaurant gestopt. Colaatje gedronken, wat gekletst met een paar andere toeristen en verrek, dat duurt toch wel lang. Een lekke band, zo bleek al snel. Band verwisseld en na een klein uur gingen we weer verder.
We waren in diepe slaap gevallen toen de bus in de vroege ochtend weer was gestopt langs de kant van de weg. Weer pech, onduidelijk wat er aan de hand was. De bus reed weer verder door ontwakende dorpjes, terwijl de zon net op was. Rond acht uur, we waren weer enigszins in slaap gevallen, was de bus kennelijk weer gestopt. Midden op de weg. De ochtendspits was begonnen. Scooters, motoren, vrachtwagens, schoolgaande kinderen en ossenwagens passeerden in groten getale. Iedereen keek mekaar wat vertwijfeld aan. Toen ik even naar buiten ging werd ik van alle kanten aangestaard. Westerlingen waren hier geen dagelijks verschijnsel. Uiteindelijk vroeg Karlijn aan één van de mannen van de bus, die zorgelijk keken en steeds onder de bus lagen en overlegden, of er een probleem was. Ja, dus. Hoe lang het nog duurde? Nog zeker een uur, er moest iemand komen om een reparatie uit te voeren. De eerste Indiërs verlieten de bus en werden opgehaald of namen een voorbijkomende bus. Deze bus zou niet verder gaan, dat was duidelijk. Met de overige vijf toeristen besloten we om samen verder te gaan naar Rishikesh. Eén van hen was een Indiaas meisje uit Chennai. Dat was wel handig. Zij wist bij een nabij gelegen winkeltje iemand te regelen die ons, zeven personen, voor een schappelijk bedrag met een busje naar de eindbestemming kon brengen. Langs de kant van de weg wachtten we op ons vervoer. Er kwam een héél klein minibusje aanrijden, formaat uit de kluiten gewassen koekblik. We keken mekaar wat verbaasd aan. Moesten hier zeven mensen met grote rugzakken in?? Jazeker, dat lukte. Met heel veel moeite werden we in het busje gepropt, helemaal opgevouwen, mét alle bagage. Het was inmiddels rond negen uur en we hadden nog zo'n twee uur te rijden. Geen fijn vooruitzicht... Al snel voelde ik dat de wielkast steeds op de achterband klapte bij elke oneffenheid. Dit kon niet goed gaan. En dat ging het ook niet. Lekke band, midden op het platteland. De band was helemaal aan flarden. De chauffeur had nog een reservewiel. Terwijl we buiten stonden te wachten, het was inmiddels ook gaan regenen, dat kon er nog wel bij, verwisselde de chauffeur opvallend snel het achterwiel. We konden weer verder. Maar de wagen was nog steeds veel te zwaar beladen. Iedereen kreeg kramp of slapende benen. Na enige tijd......wéér een lekke band. My god.... En er was geen reservewiel meer. Afgesproken werd dat het Indiase meisje met de chauffeur, en alle bagage, met een geklapte achterband, op zoek ging naar een garage die iets verderop zou moeten zijn, aldus de chauffeur. Wij gingen met z'n zessen langs de weg alvast die kant op lopen. In de miezerige regen. Wat een genot, wat een feest.
Even verderop was inderdaad een kleine garage langs de weg. Er moest een nieuwe band gekocht worden. Deze werd om het wiel gelegd en het wiel weer onder de wagen gemonteerd. We waren inmiddels een half uur van Rishikesh verwijderd. Duimen dat we dit zouden redden. En zowaar, totaal gebroken reden we rond elf uur Rishikesh binnen. Eerst door het onooglijke centrum, maar daar moesten we niet zijn. De chauffeur vroeg waar we heen wilden. We wilden aan de rivier verblijven, aan de Ganges, rond Ram Jhula of Lakshman Jhula, de twee immense hangbruggen over de Ganges. Eén van de meiden was er al geweest en wist waar we ongeveer heen moesten. We werden ergen buiten het centrum afgezet, geen idee waar we waren. Er ontstond wat verwarring. Volgens het meisje dat eerder hier was geweest waren we dichtbij een van de bruggen. Zij, een Engels meisje, en twee anderen wilden echter eerst ontbijten, de overigen, waaronder wij, wilden eerst een kamer vinden. We waren kapot, vies en moe. We liepen eigenlijk maar een richting op, niet wetende dat we nog een heel stuk van onze bestemming waren. Ik denk dat de Engelse zich vergist had, bovendien waren er dus een paar die zochten naar een tentje om te ontbijten. De irritatie nam toe, want we wisten eigenlijk niet goed waar we waren, waar we heen moesten en wie nou wat wilden. Bovendien was het klam en bloedheet, het was stervensdruk op straat, met hele hordes gillende, roepende en joelende jonge mannen. Gekleed in meestal oranje shirts en korte broeken, soms ook in het blauw, keken ze ons ook vaak verbaasd aan en riepen onverstaanbare teksten. Later, veel later, bleek dat dit te maken had met een Hindoeïstisch festival dat aan de gang was. Daarover later meer.
We moesten ons soms tussen de mensen door wurmen, tussen de bezwete lichamen van mannen die wel gedrogeerd leken. We voelden ons vreselijk. Totaal gedesoriënteerd, geïrriteerd, moe...we baadden in het zweet, het vocht stroomde langs ons gezicht. Samen met twee Australiërs besloten we onze eigen weg te gaan en vroegen rond waar we waren. We bleken vlak bij Ram Jhula te zijn, één van de twee touwbruggen. Uiteindelijk, na een uur lopen, zwoegen, duwen en sjouwen, zagen we de brug. We liepen de brug op en omdat het net had geregend hing er een mystiek gordijn van mist over de Ganges. Dit was toch wel erg mooi en indrukwekkend, net als het schitterende uitzicht op de oevers, aan de voet van bosrijke heuvels met overal tempelcomplexen. Als we iets meer uitgerust waren hadden we er nog wat meer van kunnen genieten. Toen we aan de overkant kwamen hadden we al besloten dat we in de buurt van de andere brug, Lakshmi Jhula, wilden verblijven. Hier was het wel erg hectisch, er waren niet veel guesthouses, en ons gevoel zei: op naar de andere brug. Maar eerst een taxi of riksja vinden. Rondvragen, rondkijken, verder lopen....uiteindelijk waren we op de plek waar vervoer moest zijn. Eerder liepen we door steegjes en over paden waar geen drie- en vierwielers konden komen. Wel veel festivalgangers, koeien, honden, saddhu's (Hindoeïstische heilige mannen die afstand hebben gedaan van al hun bezittingen en slechts gekleed in een oranje doek en met een kleine plunjezak al lopend, vaak blootsvoets, door het land trekken, van tempel naar tempel en hun leven vullen met bidden en toewijding aan hun geloof. En blowen, dat ook).
Toen we daar stonden met z'n vieren was er nog één probleem: er waren geen riksja's en vrijwel geen taxi's. De taxi's die er wel waren, meestal grote jeeps, waren volgeladen met pelgrims of wilden niet stoppen. Nadat Karlijn een paar keer bij een naastgelegen politiepost vroeg hoe dat nou zat met die taxi's, besloot een agent om uiteindelijk een lege jeep aan te houden en de chauffeur min of meer te gebieden om ons mee te nemen.
We hadden in onze reisbijbel zomaar een hotel geprikt, hotel Surya leek ons wel wat. We werden met de jeep vlakbij de brug Lakshmi Jhula afgezet, keken wat rond en verrek! We stonden pal voor de deur van hotel Surya. Boven een filiaal van Coffee Day, dus een lekker bakkie 's ochtends gegarandeerd. Weer veel trappen op, alsof we nog niet genoeg hadden gelopen... De kamer was erg basic, maar wel lekker goedkoop, met balkon en redelijk schoon voor Indiase begrippen. 500 roepies per nacht. Prima. De twee Australiërs checkten ook in. Beneden nog effe een staf bakkie gehaald en toen zijn we lekker op bed gaan liggen....heerlijk geslapen tot ver in de middag.

Drie nachten verbleven we in Rishikesh en het was een waar feest voor de zintuigen. Er was dus een festival aan de gang, het Sawan-festival (ik weet niet of ik het goed spel). Hordes mannen kwamen uit het hele land, om in Rishikesh kleine plastic flesjes met water uit de heilige Ganges te vullen. Van hier ging men dan te voet naar de plaats Neelkanth, een plaats 20 kilometer verderop. Daar wordt dan een deel van het water geofferd bij een belangrijke tempel die daar schijnt te zijn. Vervolgens gaat men te voet (!) terug naar zijn eigen woonplaats om daar het overige water te offeren bij de plaatselijke tempel. Dat is de beknopte uitleg. Er zijn zoveel goden (duizenden), rituelen, festivals en gebruiken in het Hindoeïsme, dat is voor ons westerlingen niet te bevatten en doorgronden.
Ook kwamen heel veel mannen naar Rishikesh met grote bouwsels van bamboe, met allerlei versiersels, papier, en slingers in diverse kleuren, die vervolgens van de brug in de Ganges worden gegooid, als offer.
Je kunt je voorstellen dat we, dankzij mede dit festival, onze ogen hebben uitgekeken. De eerste avond zaten we aan de overkant van de rivier te eten en een sapje te drinken, alcohol is ook hier absoluut verboden en niet te krijgen, net als vlees, terwijl we een prachtig uitzicht hadden op tempel Swarg Niwas & Shri Trayanbakshwar, een tempel in de vorm van een grote huwelijkstaart, met dertien steeds smaller wordende verdiepingen. Op elke verdiepingen bevinden zich tientallen beelden van Hindoe-goden, kleine winkeltjes en offerplekken. In de avond wordt er rond zonsondergang gebeden, er worden gebeden voorgedragen door een priester, er wordt gezongen en er klinken grote bellen. We zaten er recht tegenover en het was magisch, met de Ganges wild stromend er voor.
Later zouden we deze tempel bezoeken en tot bovenin gaan, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de stad en de omliggende heuvels. We hebben twee volle dagen heerlijk rondgehangen, rondgekeken en ons verbaasd. Het barstte hier ook van de apen. Apen met een roze snoet en apen met een zwarte snoet. En totaal niet bang voor mensen.... We vonden een heerlijke, coole tent met een machtig uitzicht op een bocht van de Ganges, genaamd Little Buddha, waar een goede sfeer hing, lekker eten werd verkocht en heel relaxte, sfeervolle muziek werd gedraaid. Aan de straat zaten we bij een piepklein chai-tentje, waar ze de allerlekkerst denkbare chai verkochten. We zaten op een oud, klein bankje en konden heerlijk het leven op straat observeren. Koeien, pelgrims, westerse blotevoetenmeisjes, saddhu's, honden, yogatrutjes, straatverkopers, zwervers, alles kwam voorbij. Ja, die blotevoetenmeisjes....plekken als deze trekken een bijzondere groep westerlingen aan, vrijwel allemaal gekleed in wijde Indiase doeken, broeken, shirts, je kunt hier een antropologische studie aan wijden. We hebben voor een wel heel droevig ogende zwerver, gekleed in smerige oude en gescheurde kleding, een kopje chai gekocht. Er lopen veel zwervers rond, er wordt veel gebedeld en af en toe geef je toch wat. Als iedere toerist dat zou doen, schiet je al een eind op.
Pal naast de brug, tegenover ons hotel, vonden we een heerlijk, sfeervol koffietentje, waar we eerste rang zaten met uitzicht over de brug, op de vele pelgrims die door de stad liepen en op de brug hun zelfgemaakte creaties in de rivier gooiden, hordes apen en nog veel meer. Hier zaten we ook vaak.

Ook nog even een relletje meegemaakt, moet ook af en toe kunnen. We hadden bij een klein reisbureau twee bustickets naar Delhi geboekt, voor twee dagen later. 1000 roepies aanbetaald, 's avonds ophalen. En inderdaad, het voelde al niet helemaal goed. Zeven uur 's avonds waren we er. De jongen van wie we de tickets kochten was er niet, kom over een half uur terug zei de jongen die wel aanwezig was. Half uur later, jongen nog niet aanwezig. We gingen er voor zitten en ik zei: ik wil vanavond de tickets óf mijn geld terug. De jongen achter het bureau, felle donkergrijze ogen, begon de andere jongen te bellen. Geen gehoor. Ja, hij heeft geen mobiele telefoon zei hij. Ik zei dat dat gelul was. Kortom, een heel gedoe. Elke keer een ander verhaal, we bleven steeds rustig. Toen hij met de volgende leugen kwam werd ik het zat. Gódverdomme !!, riep ik in accentloos Nederlands en sloeg op de tafel. De jongen schoot van schrik naar achteren met z'n stoel op wieltjes. We voelden dat we in de zeik genomen werden. Een heel pandemonium volgde, steeds meer mannen en jongens begonnen zich er mee te bemoeien, er werd gebeld, geschreeuw naar mekaar en ons werd steeds gezegd dat de tickets morgen écht zouden komen. Het hoefde al niet meer. Ik liet duidelijk blijken dat we desnoods in het kantoor bleven slapen tot we ons geld terug hadden. Uiteindelijk arriveerde de jongen in kwestie, die vervolgens door z'n vrienden werd uitgekafferd. Na bijna twee uur, ik zal het verder kort houden, kregen we dan toch ons geld terug. Meteen een nieuw ticket kopen, bij de buren. Toen bleek dat, als gevolg van de drukte op de wegen vanwege dat festival, de bussen mogelijk niet reden....oeps! We konden echter een taxi regelen. 3500 roepies, bijna € 50, maar we hadden geen keus. Doe maar, dan. Improviseren is inmiddels een hobby van ons....
We hebben allebei ook nog een puja ondergaan, een soort ritueel waarbij je door een priester of saddhu gezegend wordt, een rood koortje om je arm krijgt en een oranje stip op je voorhoofd. Ook wordt er een kort gebed gepreveld. Eerst door een saddhu op straat, die een bijna duivelse uitstraling had, met een rood geverfd gezicht, een soort scepter in zijn hand en een kleurrijk hoofddeksel op. Later ook in de taartvormige tempel. Prachtig om mee te maken.

Goed, tijd om te vertrekken, terug naar Delhi. De taxi zou ons opwachten om 7 uur 's ochtends, aan de andere kant van de brug, zo'n 20 minuten lopen. Daar was de taxistandplaats. Om 5 uur ging de wekker, en toen ik de wekker net uitdrukte hoorde ik het al. Striemende, stromende, gutsende moessonregen. Oh nee toch.... Ik liep het balkon op, het was nog donker en er klonk een oorverdovend geluid van kletterende regen. Hier zouden zelfs hoezen om onze tassen niet tegen bestand zijn. Lichte paniek. Toen we even na half 7 weg wilden gaan bleken de Hindoe-goden ons echter goed gezind. Het was droog! En inmiddels licht.....
We vertrokken, met een waterig ochtendzonnetje, we liepen de nog redelijk verlaten brug over en toen we bij de plek kwamen waar de taxi ons zou oppikken, hoefden we maar kort te wachten. Toen we in de taxi zaten barstte het weer los. Een rit van ruim 8 uur voor de boeg en de taxichauffeur presteerde het om al die uren geen woord te zeggen.
Langs de weg liepen, in de stromende regen, hele groepen pelgrims, tot tientallen kilometers van het vertrekpunt, een onwerkelijk gezicht. Jeeps en vrachtwagen vol met pelgrims gingen de andere kant op. We reden door het platteland, langs weidse akkers en grasvelden, af en toe onderbroken door rijen bomen. Hier was de armoede goed zichtbaar. Vele kleine boerderijen met een paar koeien en ossen op een binnenplaats, gezinnen die op een oud bed van gevlochten bamboe maar wat zaten te zitten, tientallen ossenkarren volgeladen met voorop een man met een grof, door het zware weer en de zon gelooid gezicht. Op straat opvallend veel dode honden en ratten. Dat wordt natuurlijk niet opgeruimd. Dat doen de gieren en kraaien wel.
Verder verliep de rit vlekkeloos. Rond drie uur werden we voor het hotel waar we eerder sliepen afgezet. Het was weer fijn om in Delhi te zijn. Het eerste wat we 's avonds deden? Op naar "MyBar", een groezelige, lawaaierige, grote donkere bar, middenin Pahar Ganj, het district waar ook veel toeristen komen, om ons vol te gieten met......bier!
De volgende avond was het dan toch tijd om India te verlaten. Op weg naar Kuala Lumpur! Voor één nacht. Eerst zouden we drie nachten blijven maar we hadden het ticket gewijzigd, omdat we liever wat langer in Indonesië verblijven.
Vroeg in de ochtend kwamen we aan in Kuala Lumpur. Ruim 50 kilometer met de taxi vanaf het vliegveld. Prachtig weer, en duidelijk was te zien dat we in een behoorlijk welvarend land terecht waren gekomen. We werden afgezet middenin Chinatown, waar we een hotel hadden geboekt, het Lantern hotel. Prachtig, modern ingericht, heel fris, hippe plek en met een terras met heerlijk uitzicht over Chinatown. Eerst lekker rendang gegeten, lekker geslapen, dat was in het vliegtuig amper gelukt, en 's avonds Chinatown in. Heerlijke sfeer, heerlijk eten bij een tentje op straat, lekker mensen kijken in de tropische avondwarmte. Een warm bad.
De volgende dag wilden we nog wat plekken bezoeken, voordat we in de middag naar het vliegveld moesten voor onze vlucht naar Bali, maar Karlijn was behoorlijk ziek en zelf was ik ook niet helemaal fit, dus we hebben lekker in het hotel gehangen. Eén ding is zeker: naar Kuala Lumpur gaan we nog een keer!

De vlucht naar Bali verliep prima, we kwamen rond 9 uur aan en namen een taxi naar Sanur, waar we drie nachten zouden blijven en een vriendin van Karlijn, Liesbeth, zouden ontmoeten die met gezin daar op vakantie was.
Rond elf uur waren we ter plekke, bij het Agung and Sue guesthouse, in Sanur. In Sanur waren we vijf jaar geleden ook geweest. Heel toeristisch, sfeervol, veel comfort en luxe tenten. Als je dit nou eens vergelijkt met Korzok, dat plaatsje op bijna 5000 meter hoogte met dat vreselijke guesthouse met pislucht......die contrasten maken reizen onder andere zo bijzonder. Je leeft tussen extremen, op allerlei vlakken. Geweldig, toch?
Karlijn ging al naar bed nadat we een lekker aankomstbiertje hadden gedronken in overigens een prima, schoon guesthouse met ruime, mooie kamer. Het was al vrij stil op straat, rond elf uur, maar ik had nog wel zin om effe op stap te gaan. Even verderop vond ik een restaurant/ bar die nog open was. Ik heb er nog lekker aan de bar gezeten, naast een paar ruige Australiërs, en nog wat gedronken.

De volgende dag kwamen Liesbeth, Robin en de kinderen al vroeg naar ons guesthouse. Ontzettend leuk om na bijna zes maanden opeens bekenden tegen te komen! Het was meteen gezellig. Zij sliepen vlakbij in een guesthouse. We gingen lekker met z'n allen naar het strand, bij een klein reggaebarretje, waar op het strand ook druk werd gevliegerd - er was een vliegerfestival in aantocht - en op het water werd druk gekitesurft. Een heerlijke, ontspannen, gezellige dag. 's Avonds lekker met z'n allen gegeten in een restaurant waar wel érg veel Nederlanders zaten. Waren we niet meer gewend. Nog lekker gedronken bij het guesthouse van Liesbeth en Robin en toen namen we afscheid. De volgende dag zouden zij verdergaan, wij bleven nog een dagje.
Na nog een weldadige stranddag en een voortreffelijke pizza bij een immens groot en overvol pizzarestaurant werd het tijd om te vertrekken naar.....Flores!

Inmiddels zitten we weer op Bali, in het wonderschone Amed, en hebben nog Munduk en Tirta Gangga op Bali voor de boeg en een week op het strand van het eilandje Nusa Lembongan. Daarna nog drie dagen Hong Kong en dan.....ja, ja.....terug, naar huis!

Zover is het nog niet. Er volgt nog één allerlaatste verslag met daarin onze belevenissen in Indonesië en Hong Kong. Voor nu is het wel weer mooi geweest.

De foto's komen er straks ook aan, veel plezier er mee!

Vanaf het strand in Amed: de hartelijke groeten, veel liefs en tot de volgende keer!!

Karlijn & Peter


  • 13 Augustus 2016 - 08:16

    Tante Hetty:


    Goedemorgen Karlijn en Peter

    Zojuist het verslag ontvangen, ik ga er straks rustigvoor zitten om het te lezen. Ik heb wel de foto's bekeken en vind dit denk ik de leukste serie en lees dan wel wat voor een feest dat was, schitterend zo tussen al die tulbanden.
    Bedankt hoor dat was leuk wakker worden, om jullie zo te zien.

    Groetjes tante Hetty!

  • 13 Augustus 2016 - 08:16

    Tante Hetty:


    Goedemorgen Karlijn en Peter

    Zojuist het verslag ontvangen, ik ga er straks rustigvoor zitten om het te lezen. Ik heb wel de foto's bekeken en vind dit denk ik de leukste serie en lees dan wel wat voor een feest dat was, schitterend zo tussen al die tulbanden.
    Bedankt hoor dat was leuk wakker worden, om jullie zo te zien.

    Groetjes tante Hetty!

  • 13 Augustus 2016 - 08:16

    Tante Hetty:


    Goedemorgen Karlijn en Peter

    Zojuist het verslag ontvangen, ik ga er straks rustigvoor zitten om het te lezen. Ik heb wel de foto's bekeken en vind dit denk ik de leukste serie en lees dan wel wat voor een feest dat was, schitterend zo tussen al die tulbanden.
    Bedankt hoor dat was leuk wakker worden, om jullie zo te zien.

    Groetjes tante Hetty!

  • 13 Augustus 2016 - 08:17

    Tante Hetty:


    Goedemorgen Karlijn en Peter

    Zojuist het verslag ontvangen, ik ga er straks rustigvoor zitten om het te lezen. Ik heb wel de foto's bekeken en vind dit denk ik de leukste serie en lees dan wel wat voor een feest dat was, schitterend zo tussen al die tulbanden.
    Bedankt hoor dat was leuk wakker worden, om jullie zo te zien.

    Groetjes tante Hetty!

  • 13 Augustus 2016 - 08:33

    Tanta Hetty:

    Sorry hoor, maar dit was natuurlijk niet de bedoeling

  • 13 Augustus 2016 - 09:06

    Liesbeth:

    Veel plezier de laatste weken.xx

  • 13 Augustus 2016 - 10:16

    B. J. Van Etten:

    Hallo wat een hope Tante Hettys hebben jullij, het verhaal is in twee worden, hèél geweldig. M. D. H. H. & Vr. Gr.
    BJ

  • 13 Augustus 2016 - 10:39

    Sjaak:

    Goeie morgen ,wat 'n geweldig lang verslag ! Dit gaan wij dit week-end met veel plezier lezen !
    Wij hebben alvast de serie foto's bekeken ,geweldige mooi !!
    Binnenkort stuur Ik nog 'n brief ,dat zal wel de laatste zijn wat jullie reis betreft .

    mvrgr. Sjaak / Ineke

  • 13 Augustus 2016 - 11:22

    Marja:

    Hoi allebei,

    wat heb ik weer gesmuld van het verslag. "Beeldend" geschreven, is zacht uitgedrukt.
    Ik voelde met jullie mee, in woede, om de lamzakken bij de bus, terwijl ze geen poot uitstaken naar de rugzakken. Maar ook zag ik een glimp door de woorden, gewijd aan de gouden tempel.
    Ook dit:
    -mannen mogen hun haar niet afknippen, dragen een tulband- doet vermoeden dat oude mannen topzwaar zijn, wegens en grote kop, doek met veel haar er onder??
    Prikkelt tot het tekenen van een cartoon. Maar ook zie ik de Ganges in de mist, een mooie beloning na zo'n gruwelijke tocht met o.m. busje met immer lekke banden..oh oh..
    Gelachen heb ik om de yogatrutjes. Breek mij de bek niet open...twee zonnegroeten verder en
    ze veranderen ter plekke in een halfgodachtig geslachts-en humorloos bord pap in aanbidding voor een builtje rooibos...gnah!
    Kortom..meegehuiverd en meegelachen en bewonderd.
    Wees voorzichtig met alles, maar geniet van de dagen die nog volgen!
    Dank voor het delen van al het bijzondere.
    Warme groet.
    Marja.

  • 13 Augustus 2016 - 13:01

    Raphael:

    Dank je wel Peter en Karlijn voor weer een fantastisch verslag. Ik waardeer het enorm!

    Groeten vanuit Maastricht (25 graden :-)

  • 13 Augustus 2016 - 14:12

    Tante Hetty:

    Hallo Karlijn en Peter,

    Wat een fantastisch verslag weer, ik heb er echt van genoten, ik heb het in één keer uitgelezen want even stoppen is echt geen optie, zo boeiend schrijf je. Het is toch geweldig dat ik de reis van jullie zo kan mee beleven.
    Het zal wel een hele verademing zijn nu in Bali en Flores en straks in Hong Kong na dat chaotische [vieze] India.
    Er is maar één tante Hetty hoor BJ, maar ik zal wel iets verkeerd gedaan hebben, begrijp het ook niet zo goed,want ik deed het via mijn tablet en is toch wel een beetje moeilijk, maar ja beter vier keer dan niets.

    Lieve Karlijn en Peter, weer bedankt voor het verslag, nog fijne mooie laatste weken,

    Tante Hetty

  • 13 Augustus 2016 - 23:45

    Heleen:

    Hoi beiden,

    Wat een fijn verslag weer dank je wel! Nog een hele fijne tijd en tot snel! (Kaasplankje ?

  • 14 Augustus 2016 - 02:07

    B. J. Van Etten:

    Ja Hetty beter teveel dan Nix, want Nix=Nix

    Geweldig verhaal weer geweldig. BJ

  • 19 Augustus 2016 - 14:07

    Tante Tine:

    Eindelijk helemaal gelezen,je moed er wel de tijd voor nemen.
    Geweldig wat jullie ondernemen,petje af hoor.
    Geniet nog van de komende dagen, en goede vlucht naar huis!
    Gr. Tante Tine.

  • 29 Augustus 2016 - 14:21

    Coos Kramer:

    Peter en Karl;ijn leuke berichten van jullie gelezen,bedankt daarvoor.

    Ik wens jullie een goede reis naar ons mooie Nederland en behouden thuiskomst.
    Tot ziens
    Tante Coos

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Peter en Karlijn

Peter en Karlijn op de Chao Phrayarivier, Bangkok

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 780
Totaal aantal bezoekers 74707

Voorgaande reizen:

01 Maart 2016 - 31 Augustus 2016

6 maanden Azië

30 December 2010 - 30 Mei 2011

Sri Lanka-India-Nepal-China-Indonesie

28 December 2007 - 29 April 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: