Vuurvliegjes, spookdiertjes en gegrillde kippetjes - Reisverslag uit Siquijor, Filipijnen van Peter en Karlijn - WaarBenJij.nu Vuurvliegjes, spookdiertjes en gegrillde kippetjes - Reisverslag uit Siquijor, Filipijnen van Peter en Karlijn - WaarBenJij.nu

Vuurvliegjes, spookdiertjes en gegrillde kippetjes

Door: Peter

Blijf op de hoogte en volg Peter en Karlijn

12 Juni 2016 | Filipijnen, Siquijor

Hallo iedereen! We zijn er weer, met een verslag over onze belevenissen in.....de Filipijnen !!

De laatste keer waren we geëindigd met de vaststelling dat we in een paradijsje terecht waren gekomen: El Nido.

Eenmaal geland in Puerto Princesa, na een lange nacht sinds ons vertrek uit Shanghai, oogde het eiland Palawan, waar we zojuist voet aan de grond hadden gezet, heel gemoedelijk. Eigenlijk gewoon uiterst relaxed! Een heel klein vliegveld: een landingsbaan, een héél kleine ontvangstruimte met een mini-lopende band en met twee stappen stond je buiten. Buiten, in de weldadige zon, in de ietwat klamme, tropische warmte. Er klonk vrolijke muziek, er waren tafels met bankjes onder afdakjes, tricycles (motorfietsen met zijspan, overkapt door een soort cabine, een vervoersmiddel zoals je alleen op de Filippijnen ziet. Bekijk de foto's maar), mannen die wat zaten te luieren, met een sigaretje er bij. Op de een of andere manier voelde je meteen een eilandsfeer. Weldadig, fijn, gemoedelijk. Een groter contrast met Shanghai is niet denkbaar. Eén van de verrukkelijke zegeningen van het feest dat reizen is.

Even verderop stonden er wat mensen rond een tafel, onder een partytent. Ze riepen: El Nido! Ik wist dat El Nido een heel mooie plek is, maar wel zo' 5 uur rijden. Hadden we daar nog zin in? Ach, we waren nu toch lekker bezig. Zitten we meteen lekker in het noorden. Kunnen we daar vandaan weer afzakken, terug naar Puerta Princesa, de hoofdstad van Palawan, waar de haven en het vliegveld zijn.

Beetje onderhandelen, weer weglopen, en even later hadden we voor de schappelijke prijs van 500 pesos (€ 10) de man een stoel in een mini-busje geboekt. "Ja,ja, we gaan zo weg!", zei de vrouw achter de tafel. Rugzakken achterin de bus, op de parkeerplaats voor het mini-vliegveld, water halen en koekies voor onderweg, twee bloedchagrijnige wijven zaten al in de bus. En maar wachten. En heet buiten....
Uiteindelijk overstappen naar een andere bus, waar al meer mensen in zaten, en na anderhalf uur, rond elven, vertrokken we dan toch eindelijk.

Onze eerste kennismaking met de Filipijnen. We reden nog even door het stadje, waar het overal gezellig druk was. Veel tricycles, veel kleine winkeltjes en huizen, van bamboe, golfplaat en hout in mekaar geflanst, een beetje rommelig straatbeeld, maar daardoor ook weer o zo charmant. Opvallend veel vegetatie, palmbomen her en der, uitlopers van tropische jungle, bananenbomen en veel mensen buiten, een gezellige drukte. En ook hierin weer dat contrast met China.
Ook zagen we de eerste jeepney's rijden. Een soort langgerekte jeeps met half open zijkanten, twee lange banken in de lengterichting, die als lokale bus fungeerden. Ook een type vervoermiddel dat we nooit eerder zagen. En we hebben er toch heel wat gezien...

Na een klein uur begon de lucht te betrekken en al gauw en vrij plotseling begon het te regenen zoals het alleen in de tropen kan regenen. Hard en recht omlaag. En het bleef warm. Zeg maar smoorheet. De chauffeur had er zin in, in razende snelheid vlogen we over de enige hoofdweg die het eiland kent, tweebaans, van betonplaten, met lange rechte, glooiende stukken en vloeiende bochten, links en rechts hingen de takken bijna over de weg zo nu en dan, zó ongelooflijk veel groen! Jungle, heuvels, plukjes palmbos, rijstvelden waar een enkele waterbuffel en wat varkens liepen, zo nu en dan een huisje of een winkeltje langs de weg. En héél soms een klein dorpje, bestaand uit wat losse, houten huisje en natuurlijk een kerk. Die Filippino's zijn errug katholiek.

Vrijwel geen verkeer, soms een motor met een of meerdere mensen er op, zonder regenkleding, tot op het bot nat. Interesseert ze kennelijk geen moer. Sowieso was de eerste indruk van de mensen dat ze heel ontspannen, vrolijk en onverstoorbaar zijn.

Er deed zich halverwege nog een grappig voorval voor. De bus stopte, een vriendelijke, goed Engels sprekende Filipijn (ook een verademing vergeleken mer China: heel veel mensen spreken hier heel behoorlijk Engels) deed de schuifdeur open. Wat bleek, zo vertelde de goede man ons, we bevonden ons in een gebied waar een bepaald soort mango groeit, welke kennelijk niet in de buurt mogen komen van andere mango's (als ik het goed heb begrepen tenminste...). Kortom, de vraag luidde: heeft iemand nog mango's bij zich? Zo ja, dan graag afgeven. Nou nee, wij hadden geen mango's meer. We hadden de laatste dertien net opgegeten in de bus.
Gerustgesteld deed de man de deur weer dicht, na ons vriendelijk gedag te hebben gezegd, en vrolijk vervolgden we onze weg.

Ondanks de regen, die de hele weg duurde, was het een heerlijke rit. En na 5 uur kwamen we aan op een kleine bushalte in Coron Coron, zo'n 2 kilometer van El Nido.
Even een koud biertje, onder het afdak van een mini-restaurant annex winkeltje, de lokale sfeer een beetje opsnuiven en daarna een tricycle aangehouden, die ons naar El Nido zou brengen. Ik in de zijspan, twee grote en twee kleine rugzakken opgestapeld voor me, Karlijn op de motor achter de bestuurder en rijden maar...

El Nido bleek een prettig, druk en ook behoorlijk toeristisch plaatsje te zijn, gelegen aan een mooie baai, tussen de steile, groene rotsen. In de stromende regen stopten we bij een guesthouse, Tandikan. Er was nog een kamer, aan het strand. Daarom was het wel de duurste. 1500 pesos, incl. ontbijt. Het balkon er voor, aan het strand, was geweldig. De kamer en de prijs niet zo... We namen het toch. We hadden ruim 20 uur achter elkaar gereisd, het bleef regenen, en we vielen voor dat balkonnetje.
Aan de straatkant woonden de eigenaar met zijn familie, in een half af huis. Een muur, een deurpost en daarnaast wat zeil. Je kon zo naar binnen kijken waar een bed stond. Op de televisie werd Amerikaans basketball uitgezonden, de Conference Finals. Als er één ding snel duidelijk werd in dit land, dan is het wel de grote passie voor basketball. Ie-der-een keek basketball op tv, overal. En ook overal zag je basketbalveldjes. Soms een basket van afvalhout gemaakt, op een grasveldje nota bene, soms ook een groot veld met harde vloer, echte baskets en overdekt door een golfplaten dak.
Niet geheel verwonderlijk gezien het feit dat dit land veel Spaanse en Amerikaanse invloeden kent, historisch bepaald.

Snel kwamen we er ook achter dat het contrast met China zich ook op andere wijze deed gelden: het eten. Er zijn zeker lekkere, typisch Filipijnse gerechten te krijgen, maar heel bijzonder is het niet. Zet dit af tegen de ongekend veelzijdige, hoogontwikkelde, smaakvolle Chinese keuken en het contrast is immens. Hier kan je dan ook makkelijk zonder enig schuldgevoel een hamburger of een pizza bestellen. En dat deden we dan ook de daaropvolgende dagen. En het was hártstikke lekker! De hamburger aten we de eerste avond, bijna tegenover ons guesthouse, in een gezellig restaurantje met een westerling achter de bar en bomvol toeristen. De pizza was nóg geslaagder. Een restaurant, gerund door een Sloveen, geïmporteerde mozzarella, en de pizza's werden vakkundig voorin het restaurant bereid. Het beloofde heel wat en het wás ook heel wat. De lekkerste pizza ooit in Azië!

's Avonds bleek helaas dat ons balkon voor algemeen gebruik was, dus ook voor de naastgelegen drie kamers zonder terras. Hmmmm....da's toch jammer.
Toen de volgende ochtend een op zich vrolijke en vriendelijke groep Filippino's met muziek en bier naast ons kwam zitten, was de pret wel over. Ik vroeg subtiel aan één van de jongens: "slapen jullie hier ook?" "Ja, één van ons. Staat de muziek te hard?" "Ja, toch wel een beetje"
Daarop gingen ze met z'n vijfen op het strand zitten. Dat scheelt. Ze boden me wel vriendelijk een biertje aan, maar half elf vond ik toch een iets te vroeg tijdstip....

Geleidelijk aan bleken er wat meer kleine irritaties aangaande onze kamer op te doemen. De wc was kapot, dus we moesten doorspoelen met een emmer en een kannetje. Maar iets van de prijs afhalen, ho maar. Ook vonden we het vreemd dat de andere kamers 200, 300 pesos goedkoper waren. Het balkon was immers gemeenschappelijk. De kamer was ook erg klein, krap en warm.
Na twee nachten verplaatsten we naar een goedkopere kamer. En daar bleek uit de douche een klein zeikstraaltje te komen. Omdat de vorige kamer nog leeg was, ging ik snel de douchekop omruilen. Voor een klusjesman als ik een peuleschil.....
In deze nieuwe kamer lekte de zwanehals onder de wastafel en was de fan veel te bescheiden, waardoor het 's nachts bloedheet was, en toen Karlijn de volgende ochtend ging douchen kreeg ze de schrik van haar leven. Er kwam zwart water uit de douche. Ach ja, zo bleek bij navraag, de loodgieter was bezig geweest. Geen idee wat'ie was komen doen. Ik denk de boel slopen en misschien basketball kijken.

Verkassen dan? Wel rondgekeken maar veel plekken waren vol of ook belachelijk duur.
En ja, die lokatie, aan het strand, aan de baai, vergoedde veel.
Wat wel jammer was: de tweede avond, toen het prachtig weer was, bleek er schuin voor ons een klein restaurantje, bestaand uit een klein houten hok dat als keuken diende - ik dacht dat het een schuurtje was - en een terras op het strand. En harde, smakeloze, infantiele muziek.
Kortom, na vier nachten vonden we het al met al wel mooi geweest. Maar het moet gezegd, de drie volle dagen dat we er verbleven hadden we het goed naar ons zin in El Nido. Beetje bijkomen van de ervaringen van China en de reis, beetje aan het vorige reisverslag werken, van het uitzicht genieten, zwemmen, zonnen..... Er zijn ergere dingen.
De laatste dag een motor gehuurd en naar Nacpan beach gereden, door de schitterende natuur en we werden beloond met een schitterend mooi, groot strand. Een paar hutjes met eten, veel palmbomen, een tropische verrassing na een rit vol kuilen, hobbels en stenen over de laatste kilometers. En dat leverde ook een lekke band op. In het vissersdorpje, van god en alles verlaten, vlakbij het strand, was echter een winkeltje waar de band gerepareerd kon worden. En ik was niet de enige!
Toen we na het strandbezoek in de bloedhitte naar het winkeltje terugliepen om de motor weer op te halen, begon het te regenen. Weer hard, maar kort. Het gezin van het winkeltje, deels lekker hangend in de hangmat, overviel ons met nieuwsgierige vragen. How old are you? (Young), Are you rich? ( yes), Do you have grandchildren? (6). Wat ook opviel de eerste dagen, ook in dit gesprekje, is het feit dat de Filipijnen best wel een macho-cultuur is. Mannen doen vaak ook een beetje stoer, meestal gekleed in basketballshirt en korte broek, en de vrouwen maar giechelen. Ook weer geheel anders dan China. Wél een leuk, open, vriendelijk en behulpzaam volk.

De terugweg van het strand was het gelukkig weer droog. Voor de volgende dag overwogen we nog een eiland-tour (langs verschillende, mooie eilanden en lagunes varen, vaak dé reden waarvoor men naar El Nido komt), maar we besloten dat het tijd was om te vertrekken. Het beeld van de massa's mensen die elke ochtend in één van de vele bangka's (kleine, ranke houten boten met drijvers van bamboe aan beide kanten) stapten, deed ons toch een beetje de wenkbrauwen fronsen. Dat kan ergens anders ook wel. No worries.

Tijd voor de volgende etappe: Port Barton!
Al met al toch een heerlijke tijd gehad in El Nido, los van de kleine ergernissen over de kamer (en de niet vriendelijke beheerder. Karlijn gaf de laatste ochtend nog even heel duidelijk te kennen dat het "not nice" was, de ongemakken, zonder ons tegemoet te komen, bijvoorbeeld een korting op de prijs, maar daar begon hij alleen maar boos van te kijken, de sukkel). Op de eerste dag na was het weer uitstekend. Soms wel een flinke bui, maar ja, we bevinden ons in de overgangsperiode tussen de droge tijd en de regentijd. Hoort er bij. Warm is het altijd. Alleen soms wat vochtig warm. Klam.

Toen we bij de bushalte aankwamen om de mini-bus naar Port Barton te nemen, aanschouwden we nog een heel bijzonder tafereel. Een jeepney stond klaar om te vertrekken, en deze was zó onwaarschijnlijk volgeladen, met mensen en bagage, dat het bijna niet voor te stellen is. Deze foto móeten jullie zien... Van binnen tsjokvol, heel veel mensen op het dak, mensen die aan de achterkant hingen, op de voorkant zaten.....we moesten echt lachen, maakten foto's en de mensen zwaaiden en lachten vrolijk terug. Welkom in de Filipijnen!

In de bus werden we vergezeld door twee vriendelijke Israëlische jongens en een Chileen, Pablo, en al kletsend en keuvelend begonnen we aan een vier uur durende rit, terug naar het zuiden, naar Port Barton, een klein kustplaatsje met waarschijnlijk een mooi strand.
En wát voor een rit. Ik weet het, elke keer beschrijf ik weer van die mooie ritten, maar ja....ten eerste is het verplaatsen, het échte letterlijke reizen, één van de dingen die we allebei misschien wel het allerleukst vinden. En de bus- en treinritten zíjn vaak ook adembenemend mooi. Maar dit was er eentje van de buitencategorie, de topklasse.
Want mijn hemel, mijn god, godsamme....wat was dit een schreeuwend mooie tocht. De zon scheen volop en nu openbaarde de schoonheid van het eiland zich met volle overgave. Alle tinten groen die je bedenken kunt, dwars door het regenwoud soms. Het leek soms wel of de planten bijna door de weg heen groeiden. En prachtige vergezichten soms. Tussen de groene heuvels zag je de zee en kleine eilanden voor de kust. Heerlijk glooiende wegen, schitterend zonlicht dat de palmbladeren en de jungle een betoverende gloed gaf. Je voelde en zag de heerlijk onbekommerde eilandsfeer terug in de slapende dorpjes, waar mannen bij mekaar langs de weg op een bankje zaten, kinderen langs de kant van de weg speelden, hele families op de motor passeerden..... Ik kan soms de woorden niet vinden om m'n gevoel te beschrijven. Om een cliché te gebruiken: soms schieten woorden tekort. Dit moet je zien. Voelen! De gelukzaligheid die zich op zulke momenten meester maakt van mij, van ons, ís gewoon niet te beschrijven. Laat ik het zo zeggen: zoals ik me op zulke middagen voel, tijdens zo'n ervaring, dát is voor mij puur geluk. Dát is het summum, de essentie van reizen!! En dan vergeet ik nog het heerlijke gevoel van weer on the road zijn, vol verwachting en nieuwsgierigheid naar de volgende plek. Los van tijd, los van ruimte. Ik krijg er zelfs nu weer bijna kippenvel van.
Onderweg werden we bij een lunchstop gepasseerd door een jeepney met achterop de tekst "glory to god". En zo is het maar net.

Rond vijf uur kwamen we, nadat we de laatste 22 kilometer op een zijweg van de highway van Palawan hadden gereden, grotendeels onverhard en nu letterlijk door de jungle, aan in Port Barton.
Een rustig, gemoedelijk dorpsstraatje. We stopten pal naast een overdekt basketballveld. We zeiden ook onderweg tegen elkaar: benieuwd waar we nu weer aankomen. Zal dit weer zo'n heerlijke aankomst zijn?
Wel, lieve lezers en lezeressen, we kunnen daar kort en duidelijk over zijn. Het paradijs blijkt namelijk een naam te hebben. En die naam is Port Barton!! Uiteraard, de definitie van het paradijs is voor eenieder verschillend. Maar voor ons is het duidelijk. Een werkelijk adembenemend mooi strand, in een ronde baai, geheel omzoomd met palmbomen, azuurblauwe zee, bangka's in alle kleuren liggen te dobberen in het water, vissers die hun netten aan het boeten zijn, een prachtige wolkenlucht in de verte, de jungle die bijna letterlijk tot het strand loopt, aan beide uiteinden rotsen, in de verte de contouren van vele eilandjes, en het meest tot de verbeelding sprekend, voor ons althans, het heerlijke, piepkleine, gemoedelijke dorpje zelf. Slechts twee straten ongeveer parallel aan het strand met wat zijweggetjes die op het strand eindigen. Bijna alles onverhard en aan beide kanten van de straten schitterende tropische planten en bomen waarachter allemaal kleine, vaak eenvoudige huisjes schuilgaan, afgewisseld met gezellige kleine winkeltjes, restaurantjes en wat guesthouses. En wat een rust, wat een sfeer..... Niemand heeft haast, mensen groeten elkaar, drinken een biertje voor hun huis of een glas rum, her en der een varkentje aan een touwtje, hanen die kraaien, kinderen die vrolijk rondrennen, een handvol toeristen.... Alles klopte hier. Álles.
We vonden een guesthouse aan zee, met een grote tuin er voor met wat ligbedden en een klein restaurant. Een grijns van oor tot oor...
En dat bleef zo de komende vijf dagen en nachten dat we hier bleven. Eigenlijk wilden we hier amper weg....

Hier hebben we dan alsnog een eiland-tour gedaan. Met z'n vieren in een bangka. Twee schitterende eilandjes met oogverblindend wit zand, twee plekken om te snorkelen met schitterende koraalriffen en vissen in alle kleuren. Zelf had ik nog nooit in m'n leven gesnorkeld, dus de eerste keer was het af en toe zeewater slikken. Karlijn was al ervaren.... Maar wat een pracht onderwater. De Filipijnen staan dan ook bekend als een van de beste plekken ter wereld voor snorkelen en duiken. Op één plek zagen we zelfs een reuzeschilpad! Wauw, wat is dat gaaf om die in levende lijve te zien....
Op een van de eilandjes maakten de twee bootsmannen een overheerlijke lunch klaar, terwijl wij lekker in de zon en in de zee ons vermaakten. Heerlijke kip met lekkere saus, salade, rijst (uiteraard), en ja....dit zijn de tropen in optima forma. Helblauwe lucht, een heldere, blauwe zee..... Hangmat er bij, de dag was ongelooflijk geslaagd. We kwamen ook wel andere boten tegen, maar het was lang niet zo toeristisch en druk als bij El Nido, waar de meeste mensen een eiland-trip maken.

Langs het strand waren nog een paar andere resorts/guesthouses met restaurant, en 's avonds zaten we heerlijk te eten aan het strand. Vrijwel nergens muziek aan, op één barretjes aan het eind van het strand na dan...
Soms aten we bij een Filipijns restaurant in één van de twee straatjes, waar opvallend veel backpackers kwamen. Logisch, want het was er sfeervol, goedkoop en authentiek Filipijns. Hier kwamen we ook Pablo weer tegen, die ook in de minibus zat.
Hij was samen met Philip, een Zwitser die al een tijd op reis was en een derde van z'n spaargeld inmiddels had opgemaakt met reizen. Hij zou naar huis gaan als het geld op is. Tsja. Een zonderlinge knakker, maar wel gezellig! Lekker in de warme, vochtige avond aan een oude houten tafel zitten, op half vergane plastic stoelen, lekker kletsen, koud bier er bij en lekker Filipijns eten. Met name gekookte pompoen met rijst was heerlijk!
Aan het begin van de avond, toen de zon bijna onder ging, zagen we tegenover het restaurant de bergen, waar de jungle ondoordringbaar leek, met prachtige statige smalle en hoge bomen, goudgeel kleurend in het licht van de laatste zonnestralen van alweer een prachtige, tropische dag. Dat was werkelijk betoverend mooi. We zaten gewoon gelukkig te zijn.

En ja, die warmte.... De temperatuur hier is vaak wel te doen, rond of onder de 30 graden. Maar die luchtvochtigheid....bijna altijd boven de 80% en soms boven de 90%. Niet normaal meer. Ruim 10 graden "koeler" dan Birma, maar het voelt zelfs warmer.

Dit bleek de ideale plek om onbekommerd rond te hangen, te zonnen, langs het strand lopen, drinken en eten en meer van die heerlijke nuttige bezigheden. Er was verder namelijk niks. Een motor huren kon niet, bovendien waren de wegen daar echt te slecht voor. Twee middagen heeft het een paar uur flink hard geregend, maar dat leverde, naast de genoemde beklemmende klamheid, wel weer schitterende wolkenluchten boven zee op, met een gloedvolle zonsondergang.
Dit was echt een van de topplekken waar we tot nu geweest zijn.

Na vijf dagen besloten we dan toch maar om te vertrekken. Er is immers nog zoveel moois te zien in de Filipijnen...
We vertrokken, met enige weemoed, 's ochtends rond tien uur met de minibus, terug naar Puerto Princesa. Daar namen we vanaf het busstation de tricycle naar het vliegveld. Geld pinnen, inchecken, wachten en na anderhalf uur vliegen waren we in Cebu city, op het eiland Cebu. Met de taxi naar de haven, een drukke, chaotische tocht door de tweede stad van de Filipijnen, bijna 1 miljoen inwoners, langs sloppenwijken, markten en de haven. We kwamen aan bij de passenger-terminal, waar het verkeer werkelijk ondraaglijk chaotisch was. We konden nog een ticket kopen voor de boot van half zeven naar Bohol. Bloedheet, rijen bij het loket, chaotisch, nog havenbelasting betalen, bij weer een ander loket, stoel reserveren bij een nieuw loket, bagage screenen, bagage apart inleveren tegen betaling, in een lange rij wachten in een stampvolle, hete hal en rond zeven uur zaten we op de boot. In het donker vaarden we in ruim twee uur naar Bohol. Heerlijk in de openlucht, op het bovendek, de koele avondwind in ons gezicht.
Omdat de Filipijnen volledig uit eilanden bestaat, ruim 7000 in totaal, is het vervoer per boot big business hier. Alle eilanden zijn met verbonden door talloze lijndiensten.

Rond 9 uur kwamen we aan in Tagbilaran, de hoofdstad van Bohol, een redelijk groot eiland. We namen de tricycle naar Nisa travellers hotel, waar we de laatste kamer hadden. 600 pesos, zo'n € 12, inclusief ontbijt maar wel met gedeelde douche en toilet. Doodmoe na een dag van continu overstappen en reizen, kochten we een koud biertje en gingen nog wat eten. Bij Mc Donalds.... Tegenover het hotel, dus wel zo makkelijk! We raakten nog in gesprek met Stephan, een Duitser die al lang op reis was en om 11 uur rolden we ons bed in.

De volgende ochtend zagen we de stad bij daglicht. Een gezellige, chaotische stad, sfeervol. Opnieuw namen we de tricycle naar een bushalte, waar vandaan we de bus zouden nemen naar Loboc, een stadje in het binnenland.
Toen we aankwamen bleek die bus een jeepney te zijn. Joepie! Die hadden we nog niet gehad!
En wat een feest, wat een leuke ervaring. Twee banken aan beide zijden, onze rugzakken werden op het dak gelegd. Niet vastgebonden. De bus hobbelde over de betonplaten, overal stapten mensen in en uit. Na het uitstappen werd er een handvol muntgeld aan de chauffeur betaald. Vaak gaven mensen het van achter naar voren door, waarbij ik het laatste station was omdat ik voorin zat. Een mooie route, grotendeels langs de zee, waarna we de laatste 6 km het binnenland in reden.
Na een uur waren we in Loboc, ruim 20 km gereden. Een klein, leuk plaatsje met een klein dorpsplein waarnaast een vijf eeuwen oude kerk stond. Deze was echter tijdens de aardbeving in 2013 voor een groot deel verwoest.

We wilden naar "Stefanie Grace paradise inn", een guesthouse waar we al hadden gereserveerd. We wisten niet meteen waar we heen moesten. Een man kwam een winkel uit lopen en vroeg ons wat we zochten. Hij wilde ons wel brengen. Lopend. En maar slap lullen. Over de burgemeester, die familie van hem is, enzovoort. Bijna een kilometer lopen in de hitte...
Bij aankomst werden we aangenaam verrast. Mooi, sfeervol gebouw met groot terras aan, en een klein terras boven de rivier. De kamer die we gereserveerd hadden bleek zo groot als een hondehok en van bamboe. We namen een wat grotere
kamer, in het hoofdgebouw.
Direct maar een motor gehuurd en om 2 uur gingen we lekker op pad. Eerst naar de Nuts Huts, een guesthouse met restaurant middenin de jungle, voor de lunch.
Wauw....vanaf het terras keek je in de diepte naar de Loboc-rivier en aan de overkant steile heuvels met een muur van weeldige jungle waar je tegenaan keek.
Vervolgens lekker verder getuft, naar het gehucht Sevilla, waar we voor een klein winkeltje een ijskoud San Miguel biertje dronken. Voor 70 cent. We reden over prachtige, bochtige en goed geasfalteerde wegen, dwars door de jungle en de palmbossen. Inderdaad, Bohol bleek een werkelijk adembenemend mooi, tropisch, heuvelachtig en onvoorstelbaar groen eiland...
Aan het eind van de dag kwamen we terug in Loboc. We zochten een leuk plekkie om wat te drinken. Een man die voor zijn winkeltje stond vroeg of we iets zochten. Koud bier, was ons antwoord. Nou, dat kon'ie regelen. We parkeerden de motor, de man haalde twee krukjes die hij voor zijn kruidenierswinkeltje zette. Met uitzicht op het dorpspleintje zaten we even later heerlijk te genieten van alle bedrijvigheid voor onze neus en de goede man bleek, als vele andere Filipino's, prima Engels te spreken. Toen we vertelden waar we vandaan kwamen, haalde hij even later een dik boek, waar alle landen van de wereld in beschreven werden in korte verhaaltjes, met wat foto's. Even later zaten we dus naar foto's van onze geliefde Amsterdamse grachten te koekeloeren, in de tropische avondhitte. Het was hartstikke gezellig. De man bleek Chinese voorouders te hebben. Zijn naam was Seottie. We zouden elke avond onze dag afsluiten met een biertje voor zijn winkel. En ook weer spotgoedkoop. Hij had ook literflessen. Wel zo handig. € 2 maar liefst.... Later zou hij ook voor ons nog een fles cocoswijn kopen. Een, uiteraard, alcoholische drank die uit cocos-olie wordt bereid. Beetje zuur, heeft inderdaad iets van wijn. Best lekker. Met een lege cola-fles vertrok hij op z'n fiets en even later kwam hij met een volle fles terug.

Voor het winkeltje van Seottie stopte een tricycle. Een man achter het stuur, z'n vrouw achterop. In de zijspan koelboxen van piepschuim, vol met vis en ijsblokken. Een weegschaal hing aan de overkapping en door een microfoon trachtte de man zijn nering aan te prijzen. Microfoon werd opgehangen, de verkoop kon beginnen. Pal voor ons. Naast de tricycle stopte een werkelijk overvolle, zwarte rook uitspugende oude bus. Veel mensen keken ons met een glimlach aan en zwaaiden vriendelijk. Er zaten ook nog zo'n tiental mensen boven op het dak.
Op de hoek aan de overkant stond een prachtig, oud houten huis waarvan je er veel ziet in de Filipijnen. Vaak voorzien van fraai houtsnijwerk maar wel met versleten lak. Waarschijnlijk allemaal huizen uit een ver, koloniaal verleden, vaak ook onbewoond. Ernaast was een kleine winkel waar kippen aan het spit draaiden, een afhaaltentje. Ze stonden er in de rij. Filipino's zijn dol op kip. Overal wordt kip verkocht, overal druk.
Waar die Filipino's nog meer van houden, vroeg u?
- Barbeque, overal. Langs de weg, paar tafeltjes erbij, drank uiteraard, meestal rum.
- Zonder helm, zonder licht, met soms hele families op de motor rijden.
- Hanengevechten. Overal zie je hanen.
- Harde muziek draaien. In de tricycle, bij restaurants soms, langs de weg.
- Karaoke. Hard en vals.
- Lekker luieren en lullen in de schaduw, ook vaak met drank erbij. Rum. Erg populair.

Dat zwaaien en toelachen zou ons tijdens onze vele kilometers op de motor in Bohol nog vaak overkomen. We werden zó vaak toegelachen, toegezwaaid, door kinderen en volwassen kerels, soms een luide schreeuw, het was werkelijk niet normaal meer. Met veel plezier en ook verbazing ontvingen we al de vriendelijkheid gretig. Even dacht ik dat ik de nieuwe, razend populaire president Duterte achterop had. Maar nee, daar zat toch echt Karlijn, de allerliefste. Misschien was dat wel de reden. Het was echt een warm bad.

Tot onze verbazing stopte er die eerste avond, bij Seottie voor de deur, een motor voor onze neus en een westerse toerist vroeg de weg aan Seottie. Verdomd, dat was Stephan! Die kenden we uit Tagbilaran. Hij kwam bij ons zitten, biertje erbij, en even later gingen we met z'n drieën naar de overkant voor een overheerlijke pizza.
Toen we daar zaten, kwam Seottie aanlopen. Ietwat bedremmeld zei hij dat de rekening van eerder die avond iets aangepast was. Zijn moeder had opgemerkt dat hij 100 pesos te weinig had gerekend. Helemaal niet gezien. We boden onze excuses aan, betaalden en zeiden: tot morgen! Tevreden en opgelucht vertrok hij weer. Topavond weer.
Toen we na de pizza naar huis reden, zaten er langs het zandweggetje vlak bij ons guesthouse zo'n tien man, in blote buik aan een grote tafel, met een grote fles rum op tafel. Ook hier werden we weer vriendelijk gegroet en toegelachen.

De volgende dag, de eerste hele dag, was het tijd voor een "grote ronde" over het eiland. Via gehuchten met namen als Sikatuna, Corella, Punta Cruz en Sagbayan, reden we ruim 150 km. Langs de kust met links die azuurblauwe zee, de warme zeewind in ons gezicht, weer door de jungle, mooie bochten, prachtige vergezichten, slaperige dorpjes, en dus al die leuke mensen die vaak zwaaiden en glimlachten.
We dronken een colaatje langs de weg, waar mannen van hun zondagmiddag genoten met een fles rum op tafel. In de schaduw van palmbomen, kippetjes en honden renden overal. En kinderen, veel kinderen. De man had geen cola meer en een klant liet zijn glas rum even wachten om spontaan op de motor verderop voor ons een paar colaatjes te gaan kopen. Geweldig. Beetje ouwehoeren, kinderen op de foto en daar gingen we weer. Geluncht in een klein, stoffig havenstadje, Tubigon, waar de zon onbarmhartig fel brandde. Een plein met een hele rij kipstalletjes, wat overdekte tafels, aan de zijkant een loket waar tickets voor de ferry naar Cebu werden verkocht, tientallen kleurrijke tricycles waarnaast mannen stonden te roken en kletsen, sommige chauffeurs lager lekker te slapen in hun zijspan. Een schitterend eilandtafereel.
Zelf kocht ik een broodje aan de overkant. Ik wees iets aan en vroeg wat er in dat broodje zat. Antwoord: chocola. En die? Chocola. En deze dan? Chocola. Dat ging nog effe zo door. Dit bleek zo'n beetje bij elke bakkerij die we zagen hetzelfde te zijn.

Onderweg brak plotseling een gigantische stortbui los. We waren vlak bij een krakkemikkerig houten bushokje, waar een tiental locals al stond te schuilen. Wij besloten dat ook maar te doen. Een uur lang stortte de regen uit de hemel en je hoorde het gekletter op de bladeren van de palmbomen. Toen we vervolgens weer verder gingen, steeg de damp op van het asfalt en de luchtvochtigheid bereikte een astronomische hoogte.

De twee bekendste bezienswaardigheden in Bohol zijn de Chocolate Hills en de tarsiers (spookdiertjes). De volgende dag gingen we dit aanschouwen.
De heuvels danken hun naam aan het feit dat ze in de maanden februari tot juli, de droogste maanden, helemaal bruin kleuren. Deze ronde heuvels met stompe, ronde toppen, bevinden zich in een groot gebied midden op het eiland, bij het plaatsje Carmen. Vanaf een uitzichtpunt kun je ze prima bekijken. Het wordt allemaal een beetje gehypt (de naam bekt natuurlijk al lekker), maar het is toch wel heel bijzonder om te zien. Overal om je heen die perfect rond gevormde heuvels tot aan de horizon met daartussen rijstvelden en plukjes palmbomen en wat eenvoudige houten huisjes. Het lijkt wel een landschap van een andere planeet.
De heuvels schijnen ontstaan te zijn uit omhoog gedrukt koraal, erosie en de invloed van regen door duizenden jaren heen.
De weg er naartoe was ook heel bijzonder. Halverwege rijd je ineens door een heel dichtbegroeid, pikdonker bos met immens hoge bomen.

Een prachtige bochtige weg, zelfs overdag moet je je verlichting aandoen.

En ja, die spookdiertjes..... We gingen naar de Philippine Tarsier Sanctuary, waar deze zeer zeldzame, bijzondere en met uitsterven bedreigde diertjes in het wild leven. Hier worden de diertjes relatief met rust gelaten in hun eigen omgeving. Er is ook een park waar de diertjes nogal worden uitgebuit op allerlei manieren. Dat sloegen we over.
De diertjes hebben iets aapachtigs, passen in een handpalm en hebben in verhouding héél grote ogen. En ze kunnen hun hoofd 180 graden draaien. Doe dat maar 'ns na....
Ze behoren tot een primaatsoort dat al 45 miljoen jaar oud is.
In het park zijn niet heel veel bezoekers, het is er supervochtig, want heel dicht begroeid. En ja hoor, we hebben een paar exemplaren gezien. Echt heel bijzondere diertjes! Het zijn nachtdieren, dus overdag niet zo actief en schuchter, maar gelukkig draaide er eentje zijn hoofd toch direct naar ons toe, zodat ik een paar prachtige foto's kon maken.
Onderweg, we waren toch lekker bezig, bezochten we nog een hele lange hangbrug over de Loboc-rivier, helemaal van bamboe gemaakt. Leuk om effe overheen te rennen en de rivier te bekijken, terwijl een paar vissers op kleine bamboevlotten passeerden.

Onderweg naar de spookdiertjes stopten we even om te schuilen in een houten bushalte, aan een klein dorpsplein. Daar hing een bord met de vertrektijden van de bus (dat zijn hier dus jeepneys) naar Tagbilaran. Elke bus is een jeepney in particuliere eigendom en elke bus heeft een naam, zoals we zagen: "sleepy warrior", "angels eyes" en "princess of Sikatuna", bijvoorbeeld. En natuurlijk allerlei varianten waar God in voorkomt.

Een werkelijk heel bijzondere ervaring die we hadden in Loboc was de "firefly-nighttrip".
Toen we een keer thuiskwamen van weer een lange motortocht, vroeg een jongen van het guesthouse of we zin hadden in deze trip. Er waren al zes andere deelnemers en daardoor waren de kosten relatief laag. Het was half zeven, we moesten nog eten en om acht uur zouden we met de boot vertrekken. Moet kunnen, doe maar!
Om acht uur stapten we, voor het guesthouse, in het donker de boot in. Het varen over de rivier in het donker, onder een feeërieke glasheldere sterrenhemel, door de jungle was op zich al een fantastische ervaring om nooit te vergeten. Af en toe werden we door kleine bangka's, zonder licht, gepasseerd en tegemoet gevaren. En op de boot was het doodstil. Iedereen zat op zijn manier te genieten. De schaduwen van immense palmbomen tegen de donkere, heldere lucht waren indrukwekkend. Overal schaars verlichte huisjes langs de oever, dan weer een tijdje alleen donker bos....

Na zo'n drie kwartier varen zagen we in de verte een boom die licht leek te geven. Toen we dichterbij kwamen bleek de boom helemaal vol met vuurvliegjes te zitten! Het had iets surrealistisch. Denk aan een soort kerstboom met honderden, misschien wel duizend lichtjes, die als een soort golfbeweging aan en uitgaan. Vliegjes vlogen weg en kwamen aan, we zaten ons echt te vergapen aan dit magische schouwspel, ohh en ahhh fluisterend. Ondertussen zag je overal in de verre verte flauw licht van lichtflitsen, iets wat je in dit land continu ziet als het donker is. Altijd is er wel ergens onweer. Gelukkig niet vaak waar wij zijn....
We voeren nog verder naar twee andere bomen, misschien nog wel voller met vuurvliegjes. Geen idee waarom ze juist deze bomen en niet andere uitkiezen.
Na twee uur waren we weer thuis. En je kunt wel zeggen: een heel bijzondere ervaring rijker.

De laatste dag, aan het eind van weer een prachtige tocht van 160 km, besloten we nog even de berg op te rijden, bij Loboc, om het grote, witte kruis op de top te bekijken en met name het uitzicht. Seottie had ons deze tip gegeven.
Bovenop de berg, na een hobbelige tocht over onverharde paadjes, bleek dit geen verkeerde tip! Een werkelijk schitterend uitzicht over het eiland, het plaatsje Loboc, de rivier die meandert door de jungle, de blauwe zee in de verte en ondertussen afwisselend de zon met prachtige wolkenpartijen. Rijstvelden glinsterend in het zonlicht.....en doodstil. Een waarachtig passend slot van weer een schitterende dag.
De laatste avond toch weer zo'n heerlijke pizza gegeten. We kwamen in gesprek met een Welshman, met een fles rum bij zich die al half leeg was. Hij bleek te wonen op het eiland. Een nogal vaag en onsympathiek figuur. Hij wist nog wel een tekenende anekdote te vertellen over het nogal krankzinnige weggedrag en de rijmentaliteit van de Filipino's. Hij vertelde ons dat je tijdens je motorrij-examen de volgende vraag krijgt: Wat doe je als je onderweg een lijk ziet liggen midden op de weg van iemand die zojuist is aangereden?
A: er omheen rijden
B: er overheen rijden
C: stoppen om te kijken of je nog kunt helpen.
Het juiste antwoord, u raadt het al, bleek.....B.
Als je er omheen rijdt, breng je jezelf en/of tegenliggers in gevaar, en als je stopt krijg je mogelijk de schuld toegeschoven.
Dan maar er overheen rijden. Heel bijzonder.

Enfin, en zo kwamen we aan het eind van een aantal heerlijke, bijzondere dagen in Bohol. Tijd om weer verder te trekken. Op naar het eiland Siquijor!

Daar zitten we inmiddels drie dagen. Hoe de reis hierheen verliep en hoe het ons hier bevalt, lezen jullie weer in.....het volgende verslag!

Eén ding kan ik alvast verklappen: we zitten bijna op het strand en we hebben gisteren besloten om hier een hele week te blijven. Need i say more?

We hebben ook weer wat foto's geplaatst.

Veel liefs en groeten, en tot de volgende keer!
Karlijn & Peter

  • 12 Juni 2016 - 08:59

    B. J. Van Etten:

    Hallo Karlijn en Peter,

    Wat een lang en vrezelyk spannend verhaal is het weer, mijn hele hartelijke dank hier voor.

    Het is nu onder tussen een dik boek geworden het is héél fijn other tevernemen, do lol die jullie hebben dag en nacht!!!

    Mamma vertelde dat ze hadden get zo leuk gevonden om jullie stem tehoren.

    Laat maar ff weten wanneer Jullie Skype hebben, Pappa heeft ook Skype. Misschien we kunnen met z'n 5ën Skypen???

    En tussen twee [02] haakjes de aspergus zijn nu fl 4,30 per kilo Lkkr, en binnen een paar dagen staan de nieuwe Haaringen weer op het menu!

    Karlijn en Peter, de Groeten en heb véél lol op de 2de helft!

  • 12 Juni 2016 - 10:07

    Karel:

    Heerlijk Karlijn en Peter.

    Beverwijk en Amsterdam staan er allebei nog, wie weet kan je die man een nieuwer boek toesturen. Het is wederom een lekker, mooi en meeslepend verhaal. Mooie foto's ook! Goeie lens Peter!

    Samen met je zus heerlijk een weekje ultra toeristisch op vakantie geweest op Mallorca, ff helemaal nix was voor ons heerlijk na 2 jaar geen vakantie.

    Zit wederom in Duisburg in opdracht van de baas, gelukkig kan ik met jullie meevoelen kwa luchtvochtigheid, heb gisteravond een heerlijke Singha gehad bij mijn favo Thaise restaurantje, gevolgd door een grote IJsthee, het hoofdgerecht was net ff te pittig voor mij.

    Heel veel mooie momenten toegewenst!

    Groetjes Karel

  • 12 Juni 2016 - 12:17

    Sjaak:

    Hi Peter en Karlijn ,
    Ja ,B.J. en Karel waren mij net voor !! Peter ,wanneer komt het eerste boek uit ?
    Wat 'n verslag weer . Je weet inmiddels hoe wij het gaan doen en daarna zal ik hierop gaan reageren !
    Dus komende week weer 'n bericht van ons . Genieten jullie er maar goed van en tot het volgende bericht !

  • 12 Juni 2016 - 17:15

    Marja:

    Hoihoi,

    Net terug van Santorini (zoals je weet elke mei naar een Grieks eilands sinds jaar en dag)
    lees ik jullie boeiende verslag. Dat rijmt, maar zonder opzet.
    Wat een kleur en geur weer zeg. By the way...zeker weten dat je niet nòg derien mango's
    bij je leeftocht had zitten...tussen de koeken enzo?

    Het gevoel van puur en paradijselijk geluk komt luid en duidelijk ovr, dat zeer zeker.
    Heel leuk ook nu weer om te lezen. Maar wel een tikkie zorgwekkend dat jullie verslag met een laatste onvoltooide zin werd verzonden.

  • 12 Juni 2016 - 17:15

    Marja:

    Dertien

  • 13 Juni 2016 - 10:05

    Tante Hetty:

    Lieve Karlijn en Peter,

    Weer bedankt voor het geweldige verslag,, ik heb er weer volop van genoten.Ikben benieuwd waar jullie na de philipijnen naar toe gaan,want dat weet ik niet meer,wel dat de laatste stop Hong Kong is, maar zo ver is het nog niet hè.
    Nicole is laatst met Alexander en de drie meisjes ook in Hong Kong op vacantie geweest, ze vond het wel heel warm en weinig zon, maar dat is voor jullie geen probleem natuurlijk.

    Volgens mij is Peter volgende week jarig, alvast proficiat !!!!!

  • 13 Juni 2016 - 10:09

    Tante Hetty:

    Er is iets vreemds aan de hand,

    Maar alsnog ,
    Veel groetjes tante Hetty

  • 13 Juni 2016 - 15:44

    Carla En Fokko:

    Lieve Karlijn en Peter, wat weer fijn het verloop van jullie verdere reis te lezen. Zo spannend en je voelt met de manier van schrijven, dat jullie volop genieten. Geweldige mooie de foto's. DANKJEWEL!!!
    Ik neem steeds de geprinte versie voor Wietske mee. Ook zij geniet van de verhalen en wij houden de mail weer in de gaten voor het volgende verslag.
    Een hele fijne verdere reis.
    Liefs van ons


  • 14 Juni 2016 - 21:04

    Tante Tine:

    Hallo Peter en Karlijn,

    Weer een geweldig verslag, ik lees het in gedeeltes.

    Vanmiddag Marijke en Guus gesproken natuurlijk over jullie.

    Mijn vorige buurman Fred haanen werd 85 jaar.

    Ik wens jullie nog heel veel reisplezier, en een leuke verjaardag,

    alvast gefeliciteerd met je 50 ste verjaardag.

    Groetjes Tante Tine

  • 25 Juni 2016 - 21:50

    Tante Coos:

    Het blijft boeiend ;dat verslag van jullie ,leuk hoor.
    Volgens mij wordt jij nog eens een beroemde schrijver.

    Maar nu ben jij jarig dus VAN HARTE GEFELICITEERD.
    Groeten aan Karlijn


  • 26 Juni 2016 - 10:31

    Riet Ros:

    Peter , gefeliciteerd met je 50ste verjaardag , ook Karlijn natuurlijk . Vieren ze daar verjaardagen ?
    Weer erg genoten van jullie verslag en geniet maar verder , we volgen het graag . Groeten van oom Cees en tante Riet . P.S. Ook nog gefeliciteerd met Ineke .

  • 12 Juli 2016 - 20:51

    Marja:


  • 12 Juli 2016 - 20:54

    Marja:

    Hoi allebei,

    eerder schreef ik al reactie en nu net een felicitatie, ter elfder ure.
    Plaatsing niet gelukt. Nogmaals daarom.

    Driewerf hoera. Van harte Peter. En Karlijn, ook jij gefeliciteerd met je geliefde.

    Groetjes,
    Marja.

  • 26 Juli 2016 - 21:44

    Charles:

    Hi Peter en Karlijn, wat is het weer heerlijk om je verslag te lezen. Reizen beleven genieten biertje wat wil je nog meer....
    Groetjes Charles

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Peter en Karlijn

Peter en Karlijn op de Chao Phrayarivier, Bangkok

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 819
Totaal aantal bezoekers 74766

Voorgaande reizen:

01 Maart 2016 - 31 Augustus 2016

6 maanden Azië

30 December 2010 - 30 Mei 2011

Sri Lanka-India-Nepal-China-Indonesie

28 December 2007 - 29 April 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: